Waarom kunnen Estse leerlingen zo goed lezen?

De Boekenweek is zaterdag begonnen. Zo’n promotie van het boek is in Estland nauwelijks nodig. Daar wordt de liefde voor lezen al vroeg aangewakkerd. Wat is het Estse leesgeheim? ‘We zijn een klein land, cultuur is ons geheime wapen.’

Volkskrant, 18 maart 2024. Arnout le Clercq

Fotografie Lina Selg

De jongste leerlingen van de Raatuuse-school in Tartu rennen kriskras door het gangpad, naar de teksten over dieren die aan de muur hangen. Tussen de zinnen speuren ze naar antwoorden op de vragen van een kruiswoordpuzzel. ‘Waar leeft het wilde zwijn?’, vraagt de 8-jarige Kaisa hardop en gaat met haar vinger langs de tekst. ‘In het bos.’ Hebbes. Met wapperende paardenstaart snelt ze naar de computer om het antwoord in te vullen. Vandaag gaat het over dieren die in Estland te vinden zijn: vossen, wolven, otters, zwijnen. Maar haar lievelingsdier staat er niet tussen, zegt Kaisa met lichte teleurstelling. ‘Dat is de giraf.’

Kaisa (8) leest met een vriendje aandachtig het verhaal over dieren dat op de muur van de klas hangt. Die informatie hebben ze nodig om puzzels op de laptop op te lossen.

Dit is het Estse (lees)onderwijs in een notendop, zegt leerkracht Kristiina Pavlenko, die groep 2, met 8- en 9-jarigen, onder haar vleugels heeft. De kinderen bewegen en leren met computers omgaan. Maar het belangrijkste: ze halen spelenderwijs de betekenis en antwoorden op specifieke vragen uit langere teksten. Sommigen iets vlotter, zoals de pijlsnelle Kaisa, anderen iets langzamer. Maar dat is niet erg, zegt Pavlenko. ‘Neem de tijd, maak het leuk. Het belangrijkste is dat ze het plezier in lezen niet verliezen. Cijfers geven we niet, dat is slecht voor de motivatie.’

Het Estse onderwijs wordt geroemd om zijn innovatieve karakter, waarmee het kleine land goede resultaten boekt. Bijvoorbeeld bij de internationale onderwijstest Pisa, waar Estland steevast als een van de best scorende Europese landen uit de bus komt – ook op gebied van (begrijpend) lezen. In Nederland leidden de jongste resultaten van Pisa, die elke drie jaar verschijnen, juist tot een koude douche. De leesvaardigheid van Nederlandse 15-jarigen is opnieuw gedaald: een op de drie is ‘onvoldoende geletterd’. Binnen de EU doet alleen Griekenland het slechter.

350 boeken

Onderwijs speelt in Estland een belangrijke rol bij het enthousiasmeren van kinderen om eens een boek te pakken. Daarnaast lezen Esten ook veel, wordt duidelijk uit statistieken van Eurostat. Uit onderzoek tussen 2008 en 2015 blijkt dat de Esten het meest lezen van alle inwoners van de EU. Samen met Finland en Polen staat Estland in de top-3 van landen waar de meeste mensen boeken lezen (in Nederland is dat in beide peilingen half zo weinig). Een ander weetje: bij een onderzoek onder 31 landen bleek dat Esten de meeste boeken in huis hebben, 35 procent van bevolking heeft meer dan 350 boeken in de kast staan.

Zo iemand is Maria Jürimäe, die aan de universiteit van Tartu onderzoek doet naar leesonderwijs en geletterdheid. Het schilderachtige universiteitsstadje, met 100 duizend zielen, staat bekend als de onderwijshoofdstad van Estland. Thuis, tussen haar overvolle boekenkasten, hond op schoot, vertelt ze dat er geen klip-en-klare antwoorden zijn over de goed presterende Estse leerlingen. ‘Als we precies zouden weten wat het Estse geheim is, konden we het verpakken en verkopen in het buitenland, als een soort Nokia.’

Jürimäe wijst op historische en culturele oorzaken: de manier waarop lezen en taal, net als goed onderwijs, zijn ingebed in de Estse mentaliteit. ‘Taal is voor ons een existentiële zaak, het Ests is klein, hier wonen maar 1,3 miljoen mensen.’ Daarnaast deelden buitenstaanders eeuwenlang de lakens uit in Estland. Het meest recent waren dat de Sovjets, van de Tweede Wereldoorlog tot Estland onafhankelijk werd in 1991. Maar ook daarvoor, uitgezonderd de onafhankelijkheid tussen 1920 en 1940, wisselden Russen, Duitsers en Zweden elkaar af aan de top, met de Esten eronder.

Door die overheersing neemt de Estse taal een belangrijke plaats in binnen het nationaal zelfbewustzijn van de Esten. Iets wat niet vanzelfsprekend is, moet je koesteren. Overigens was de Sovjet-bezetting ook een stimulans voor lezen, zeggen sommigen, omdat het naast een periode van onderdrukking ook een van grauwe verveling was, waarbij mensen graag verdwenen in een boek. ‘Onderwijs is sinds de 19de eeuw een manier voor Esten om te emanciperen’, legt Jürimäe uit. ‘Al die tijd is het Ests blijven bestaan, cultuur is ons geheime wapen. En daarom kunnen we ons niet veroorloven ook maar één leerling achterop te laten raken.’

Boekenkasten in de gang

Die filosofie valt terug te zien op Raatuuse. De school heeft zoals veel Estse onderwijsinstellingen een progressieve inslag, maar er zijn zat gemene delers met meer traditionele scholen. Met kleine klassen van ongeveer tien man hebben docenten veel oog voor de leerlingen. Net als elders in Estland is de school hier breed opgezet. Van hun 7de tot hun 15de gaan kinderen van alle niveaus met elkaar naar school, pas daarna gaan ze naar het driejarige gymnasium, als voorbereiding op de universiteit, of kiezen ze voor een beroepsopleiding. In dit schoolsysteem kunnen zwakkere leerlingen zich optrekken aan de snellere klasgenoten.

In Nederland wordt weleens geopperd om het vroege selectiemoment in het middelbaar onderwijs op te schorten om sociale ongelijkheid tegen te gaan. Volgens de Pisa-test lukt dit in Estland: weinig leerlingen onderpresteren, wat afstraalt op de hoge gemiddelde score. Estse leerlingen worden door Pisa getest aan het einde van deze ‘brede’ basisschool.

Docenten hebben daarnaast veel vrijheid, zegt leerkracht Lauri Kolemets, een enthousiaste jonge man met een paardenstaart, die gloedvol vertelt over zijn beroep. ‘We maken onze eigen lesmethoden.’ Het landelijke curriculum stelt doelen, maar om die te bereiken zijn leraren niet gebonden aan strikte lesmethoden. ‘Zo kunnen we het onderwijs aanpassen op individuele leerlingen. Iedereen telt mee.’ Kolemets doceert wetenschap. Hoewel het een technisch vak is, staat lezen ook bij hem bovenaan. ‘Lezen is een vaardigheid. Maar door het goed toe te passen, wordt het kennis.’ Niet toevallig het ‘functioneel lezen’ waar juist Pisa op test.

Kolemets zit op een poef naast de bibliotheek van de school. Dat is geen afgesloten ruimte, maar de kasten staan midden in de gang, de boeken binnen handbereik. Zo laagdrempelig mogelijk, zegt bibliothecaresse Malle Pabstel. Nu moeten we niet denken dat elke Estse tiener een boekenwurm is – pubers blijven pubers, zegt ze. ‘Vooral de jongere leerlingen lezen veel, later zit iedereen aan de smartphone gekluisterd.’

Een groepje leerlingen uit de examenklas loopt uit het lokaal. De 16-jarige Uku is niet per se een grote lezer. ‘Mijn passie ligt meer bij exacte vakken zoals wiskunde. En op school mag ik meer tijd besteden aan de dingen waar ik goed in ben.’ Zijn klasgenoot Elis (15) verslindt dan weer boeken. In haar vrije tijd én voor school. ‘We moeten elke maand een boek lezen en daar iets over schrijven of een presentatie over geven. Maar we mogen bij alle talen zelf kiezen wat, dat vind ik fijn. Ik lees wat me interessant lijkt.’

Een verplichte leeslijst is ‘te strikt’, zegt Tonis Hallaste, docent Ests. ‘Het schrikt leerlingen af voor literatuur en ondergraaft het leesplezier.’ Zelf smokkelt hij wat Estse klassiekers in zijn lesprogramma (‘dat is meer mijn eigen agenda als docent’) maar verplicht is het niet. Het is een kwestie van balans, vindt Hallaste. ‘Afgelopen maand hebben we bijvoorbeeld een detective gelezen, voor de afwisseling.’

Investeren in onderwijs

Directielid Rene Leiner laat het moderne schoolgebouw zien. ‘Enkele jaren terug hebben we alles gerenoveerd. Alleen de buitenmuren zijn nog hetzelfde.’ Nog iets typisch Ests: de relatief grote hoeveelheid geld die de overheid aan onderwijs besteedt. Binnen de EU staat Estland met 5,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) op de derde plaats (het gemiddelde is 4,7 procent).

Alles is spiksplinternieuw. Leiner zet daar wel een kanttekening bij. ‘Afgelopen jaren investeerden we veel in middelen, maar weinig in mensen. De salarissen voor docenten moeten omhoog.’ Estland kampt net als Nederland en veel andere Europese landen met een lerarentekort. In januari staakten leerkrachten ruim een week voor beter loon en lagere werkdruk.

Terwijl een jongen met een basketbal over het nieuwe laminaat van de gymzaal dribbelt, krijgt Leiner een inval. ‘Eigenlijk is dit net als met lezen. Het gaat er niet om dat deze leerlingen basketbal leuk vinden, het gaat erom dat ze ervan houden te bewegen.’ Als de liefde voor lezen zich eenmaal in een kind heeft genesteld, zie je dat op latere leeftijd terug, is de gedachte: jong geleerd, oud gedaan.

Op de kleuterschool

Dat benadrukt ook leesdeskundige Jürimäe. ‘Naast onze scholen spelen kleuterscholen een belangrijke rol.’ Estse kinderen gaan relatief lang naar dit type onderwijs, dat functioneert als kinderopvang en school tegelijk – van 18 maanden tot hun 7de. Het is vrijwillig en niet gratis, maar de ouderbijdragen zijn inkomensafhankelijk en gesubsidieerd door de gemeente (in Tartu is de ouderbijdrage maximaal 80 euro per maand).

Aan het einde hoeven kinderen nog niet te kunnen lezen, hoewel in de praktijk zo’n 70 procent van hen dat tegen die tijd goed kan. ‘Het gaat erom dat ze de ‘code’ kennen, spelenderwijs in aanraking komen met taal en boeken. De ongedwongen aanpak is goed voor het zelfvertrouwen, zo leren ze dat lezen nuttig maar ook gewoon leuk is.’

Cristin Kallo houdt zich op de kleuterschool Kivike bezig met leermethoden.

Kleuterschool Kivike in Tartu is zo’n plek waar de liefde voor lezen met de paplepel wordt ingegoten. ‘Boeken moeten zichtbaar en beschikbaar zijn’, zegt Cristin Kallo (29), onderwijshoofd bij Kivike. Terwijl ze door de gangen wandelt, is het muisstil: de kinderen doen een middagdutje. Kallo vertelt enthousiast en met autoriteit over het onderwijs. Ze heeft een achtergrond in de pedagogiek, zoals iedereen die op de kleuterschool werkt. Estse docenten voor alle klassen en leeftijden zijn in principe universitair geschoold, hoewel daarin verandering komt door het lerarentekort.

Ze zijn er vroeg bij, zegt Kallo. Zo hebben veel kleuterscholen een lugemispesa, zoals dat in het zangerige Ests heet, een ‘leesnest’: een knus plekje met kussens, waar de kinderen zich kunnen afzonderen met een boek. Docenten vliegen het lezen op verschillende manieren aan. Kallo: ‘We zingen de letters en maken er zo woorden van, we hebben ‘pratende muren’ met woorden om vocabulaire op te pikken en bakken ook bijvoorbeeld samen pannenkoeken’ – de heerlijke geur hangt nog in het schoolgebouw – ‘waarvoor de kinderen zelf het recept moeten lezen.’

Schermverslaving

Ests overheidsonderzoek naar de goede Pisa-scores benadrukt de brede stimulans voor lezen in het onderwijs als belangrijke verklaring. Maar dat is allemaal binnen de schoolgebouwen. Kallo: ‘Hier proberen we het lezen zoveel mogelijk te stimuleren. Maar wat kinderen erbuiten doen, of ze de hele tijd op een smartphone of achter een scherm zitten, daar hebben we geen grip op.’

Ook door Estland – of misschien juist hier, dat zich onder de slogan ‘e-Estonia’ afficheert als een van de meest digitaal ontwikkelde landen van Europa – waart het spook van schermverslaving en ontlezing, weten ze bij het Centrum voor Kinderliteratuur in hoofdstad Tallinn. De instelling probeert lezen onder kinderen daarom verder te stimuleren, via een netwerk van bibliotheken – jaarlijks verschijnen veel nieuwe titels, maar boeken zijn relatief duur in Estland – en evenementen. Medewerker Katrin Tonisson treft de laatste voorbereidingen op de leeszolder voor de komst van een kinderboekenschrijfster.

‘Het gedrag van kinderen verandert’, zegt Tonisson. ‘Ze zijn minder gefocust. Dat heeft te maken met de schermpjes. Bewegend beeld is altijd interessanter dan stilstaand beeld.’ Evengoed hangen de kinderen deze ochtend aan de lippen van de kinderboekenschrijfster met haar prentenboek. Ondertussen kijken de papa’s en mama’s op hun telefoon. ‘Ja, ironisch hè’, zegt moeder Kärri Brewster-Palts (38), die hier met haar dochter is. Ze is zich er wel van bewust. ‘Mijn man en ik lezen thuis expres niet op tablets. We willen dat onze kinderen ons met een boek zien.’

Kinderen luisteren naar de kinderboekenschrijfster die op bezoek is bij het Centrum voor Kinderliteratuur in Tallinn.

Boeken worden ‘geëerd’ in Estland, zegt ze, terugdenkend aan haar eigen kindertijd, voor de val van het communisme. Dat wil ze meegeven aan haar kinderen. Maar er is verandering op komst, denkt Brewster-Palts. ‘Nu doen we het nog goed met Pisa, maar is dat over twaalf jaar nog steeds zo? Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij ouders en leraren.’

Tonisson, die de kinderen ondertussen naar een tafel met kleurplaten heeft gedirigeerd, is optimistisch. ‘Ik zie bij mijn eigen kinderen dat ze, wanneer ze een smartphone mogen, de boeken laten vallen. Maar ik weet dat ze jong zijn begonnen met lezen. Zo vinden ze vanzelf hun weg weer terug naar de boeken.’