Nederland, een federale staat

De discrepantie tussen verschillende delen van Nederland leidt ertoe dat aanzienlijke delen van de bevolking zich niet of slecht vertegenwoordigd voelen door de regering. Er ontstaat daardoor tevens een wantrouwen ten aanzien van, of een afkeren van, de politiek en daaraan gekoppeld een wantrouwen ten aanzien van de landelijke media. De vertegenwoordiging van iedere Nederlander moet mede daarom snel opnieuw vorm gegeven worden door een wijziging van de inrichting van de staat der Nederlanden. Te beginnen bij een wijziging die recht doet aan de staatkundig en cultureel verschillende gewesten.  Nederland wordt – vergelijkbaar met de staatkundige constructie van de VS, Duitsland, België of Zwitserland – een federale staat. Deze federale staat is samengesteld uit drie gewesten. Gewesten zijn tot op een zekere hoogte vergelijkbaar met bijvoorbeeld staten in de VS of de Duitse “Länder”.

De Nederlandse gewesten

De indeling in gewesten en daarmee de herverdeling van de bevoegdheden baseert zich op geografische scheidslijnen, spreektaal onderscheid en in een ruimer kader de culturele eigenheden. Het concept “gewest” verwijst naar deze eigenheden die gemeenschappen verenigt.

  • Gewest Oost: Provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel + Noordoostpolder + de Achterhoek.
  • Gewest West: Provincies Noord- en Zuid Holland, Utrecht en Flevoland minus Noordoostpolder en minus Schouwen Duiveland.
  • Gewest Zuid: Provincies Gelderland, Noord Brabant, Limburg en Zeeland + Schouwen Duiveland minus de Achterhoek.

De verkiezing van de Eerste Kamer geschiedt voortaan door de 3 gewesten.

De gewesten hebben een sterke mate van autonomie. Zij hebben alle drie een eigen parlement dat beslist over alle zaken die het gewest aangaan. In feite de meeste en niet gewest overstijgende bevoegdheden, die nu bij de nationale overheid liggen, worden overgeheveld naar de gewesten die ook bevoegd zijn voor buitenlandse betrekkingen.

Naast de gewesten blijft de beslissingsbevoegdheid van de 344 gemeenten grotendeels gehandhaafd.

De bevoegdheden van de federale overheid

De federale staat is de bovengewestelijke overheid. Grof geschetst omvatten de bevoegdheden van de federale overheid alles wat te maken heeft met het algemene belang.

De federale overheid heeft beslissingsmacht over gewest overstijgende domeinen. Daaronder valt onder andere binnenlandse zaken, het gerechtelijk apparaat, het leger, de federale (nationale) politie en het toezicht over de politiediensten, justitie, volksgezondheid, de sociale zekerheid en de belangrijke wetten over sociale bescherming (zoals pensioenen en ziekte- en invaliditeitsverzekering), de overheidsschuld, het monetaire beleid, het prijs- en inkomensbeleid, toezicht op het bankwezen, de kernenergie. In een aantal essentiële bedrijven zoals de Nederlandse Spoorwegen, de Post, de zorgverzekeraars of de energie- en waterbedrijven. krijgt de federale staat een aandeel van 50% zodat de federale staat ook over die bedrijven een (mede-)beslissingsbevoegdheid krijgt. Bovendien blijft de federale staat verantwoordelijk voor de verplichtingen van Nederland en zijn gefederaliseerde instellingen ten overstaan van de Europese Unie of van de NAVO.

De federale overheid is eveneens bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk onder de bevoegdheid valt van de gewesten. De federale staat is tevens bevoegd voor de uitzonderingen en beperkingen op de bevoegdheden van de gewesten.