Gedeelde emoties bepalen ons denken en handelen

Het lijkt logisch dat wij zelf weten wat we prettig of onprettig vinden en daarvoor meestal zelf ook een uitleg kunnen geven. Het merendeel van onderzoeken is gericht op de vraag aan het individu naar de eigen beleving. De aanpak van problemen is veelal gebaseerd op deze individuele perceptie van het probleem. Dat is niet alleen jammer, het heeft het begrip van menselijk denken en handelen decennia lang in de weg gestaan. Teveel waarde wordt gehecht aan de individuele beleving zoals die door het individu zelf wordt verwoord. Beleid is gemaakt op basis van een veelheid aan op die beleving gebaseerde onderzoeken met uitkomsten die handvatten boden waarvan het raden blijft wat het effect ervan is geweest.

Denken en handelen van de individuele mens is maar voor een klein deel gestuurd door een objectieve ratio. In onze overschatting van ons zelfstandige kunnen, onze plaats op de top van de schepping, onze bijna mythische individuele wil die ons handelen kan sturen, zijn we op zijn minst slecht ziend geweest voor hoe ons handelen daadwerkelijk gestuurd wordt. Namelijk als onderdeel van de sociale groep. Filosofiedocent Joan de Ruyter: ” Het is mooi dat we minder een losstaand individu zijn dan we vaak denken: we zijn deel van een groter geheel.”

De mens is bovenal en onontkoombaar een sociaal wezen dat de groep/de medemens nodig heeft om als soort – maar ook als individu – te overleven. Geen enkel individu kan in z’n eentje alle competenties hebben die nodig zijn om te leven. Je hebt anderen nodig die elk hun eigen, maar tezamen alle skills hebben om te zorgen dat de groep kan eten en drinken, kan wonen, zich kan beschermen tegen gevaar, zich kan voortplanten en als soort kan overleven.

Om te overleven is de mens afhankelijk van de steun en de zekerheid/veiligheid die een groep biedt. Elk mens heeft behoefte aan de ondersteuning die een sociaal verband van een “eigen” groep biedt; een groep waarin het individu zichzelf herkend; waarin je het gevoel hebt begrepen te worden en daarmee het gevoel steun te zullen krijgen waar nodig.

Instinctief zoeken we aansluiting bij en erkenning en steun van de groep.  Niet de hele mensheid als ‘groep’, maar de sociale groep in de context en leefomstandigheden waarin we zelf ook verkeren. Want dat is de groep waarvan verwacht kan worden dat de verbinding daarmee ons de meeste kans op steun biedt in de specifieke omstandigheden waarin wij zelf verkeren. Dat is niet per definitie de groep waarmee je door geboorte verwant bent. Gedurende je leven blijf je zoekend naar de groep die op dat moment en de dan geldende omstandigheden in jouw leven de meeste steun kan bieden.

We hebben als instrument voor deze zoektocht en voor het meer impliciet determineren van de overeenkomsten met de groep en daarmee de waarde van de steun die wij kunnen verwachten van die groep, een goed instrument ter beschikking: emotie. Elke groep vormt zich door het gezamenlijk beleven van emoties. Zoals de geboorte of de dood van een groepslid. Het samen volbrengen van een groepsprestatie. Het bedwingen van een gevaar voor de groep. Het gezamenlijk doorleven van emoties zorgt dat de groepsband versterkt wordt en daarmee het gevoel van elk groepslid sterker te staan tegenover gevaren en tegenslagen die de wereld/ de samenleving met zich meebrengt.

Emotie die met anderen gedeeld wordt: verdriet, rouw, spanning, angst, plezier, schoonheid, liefde, enz. zorgt voor een gevoel van verbondenheid. Sterker: het zorgt voor die verbondenheid. Hoe sterker de met anderen gedeelde emotie, hoe sterker de band met die anderen. De intensiteit van de gedeelde emotie kan zorgen  voor een hechte band van de groepsleden die die emotie gedeeld hebben.

Groepsvorming of groepsgevoel komt ook door reële of vermeende overeenkomsten waaruit een gezamenlijk gevoelde of beleefde emotie voort kan komen: muzieksmaak, voorkeur voor een sportclub, huidskleur, gender, e.d. De gezamenlijk beleefde of opgeroepen emotie kan tijdelijk zorgen voor een versterkt groepsgevoel.

Gezamenlijk gedeelde emoties versterken de groepsband. Gezamenlijk ervaren vreugde, een succes of overwinning, een samen ervaren prachtig concert. Hoe heftiger de samen doorgemaakte emotie, hoe sterker de groepsband wordt.

Gevaar, geweld, bedreiging, angst, zijn zeer sterke emoties die indien gezamenlijk beleefd de groepsband extreem versterken. Verslaggever en Vietnamveteraan Joe Galloway omschrijft dit in zijn boek We were soldiers once…and young: in de slag bij Ia Drang vochten duizend Amerikanen tegen 2500 Noord-Vietnamese soldaten die hen hadden omsingeld. De overmacht wordt de Amerikanen bijna fataal. Galloway kan niet anders dan meevechten. Hij waagt zijn leven om een soldaat uit de vlammen van een explosie te redden. Galloway schrijft: “We trokken ten strijde omdat ons land dat van ons vroeg, uit liefde voor het vaderland. Later op het slagveld ontdekken de soldaten een liefde voor elkaar. In de strijd krimpt je wereld tot de man links van je en de man rechts van je, en de vijand overal om je heen. Op die deprimerende plek , waar de dood ons voortdurend op de hielen zat, ontdekten we dat we van elkaar hielden. We doodden voor elkaar, we stierven voor elkaar en we huilden om elkaar. We hielden van elkaar als broers.

Sociale aanwijzingen

De Amerikaanse historicus William McNeill – veteraan uit de Tweede Wereldoorlog – deed onderzoek naar het nut van synchroon marcheren van soldaten. Hij concludeerde dat langere tijd simultaan en gelijkmatig bewegen tot een gevoel van welbevinden en de vreemde sensatie van ‘persoonlijke uitvergroting’ leidt: het individu lost tijdelijk op in de groep. Dit fysieke afstemmen op elkaar noemde hij ‘muscular bonding’. In die wonderlijke verbinding die tussen lichamen op kan treden wordt het ‘ik’ uitgeschakeld en tijdelijk een superorganisme gevormd.

Het lijkt dat een superorganisme, gevormd door sterk gelijkgerichte en samen gevoelde en geleefde emoties, ook leidt tot versterking van prestaties. Argentijnse onderzoekers hebben aangetoond dat voetbalteams beter gaan presteren als zij gesteund worden door hun fanatieke supporters. Met eigen supporters op de tribune is de kans op een goed resultaat een stuk groter. Zonder fans op de tribune, ontdekten de onderzoekers, nam de verlieskans van Argentijnse voetbalteams met wel 20 procent toe.

Het onderzoek had een verdrietige aanleiding. Argentinië voerde na een dodelijk incident met een voetbalsupporter in 2013 een stadionverbod in voor alle uitsupporters in de hoogste divisie. De lege uitvakken waren ideaal voor het experiment, waarin 1320 wedstrijden werden meegenomen. Naast de grotere verlieskans van het uitspelende team zonder supporters bleek ook dat de kans om meer tegengoals te krijgen steeg, puur omdat er geen meegereisde fans waren.

Het onderzoek is onder de aandacht gebracht door de Universiteit van Tilburg, dat zich baseert op een wetenschappelijke publicatie in Management Science.

Een ander hieraan verwant belangrijk aspect van gedeelde emoties: de leden van de groep die de emoties deelt hebben een verbondenheid met die groep die hen ook sensitief maakt voor ‘sociale aanwijzingen’. Of in gewoon Nederlands: (groeps-)normen en waarden. De groep zorgt ervoor dat de leden van die groep niet elk individueel hoeven te zoeken naar gedrag, handelen of denken dat positief is voor henzelf en voor de leefomgeving. De groep maakt de lessen uit de praktijk en uit het verleden beschikbaar voor alle groepsleden. Lessen die als vanzelf in de handelingen van leden van die groep tot uiting komen. De groepsband zorgt dat gedragingen en aanwijzingen in de groep door leden, zonder rationele overwegingen vooraf, worden gekopieerd; leiden tot (kenmerkend) groepsgedrag.

Deze sociale aanwijzingen kwamen enige decennia geleden uit de zuilen waartoe de meeste mensen behoorden: kerk, vakbond, politieke partij. Door de sterke vermindering van de invloed van kerk en religie, politieke stromingen en vakbonden en leefgemeenschappen van een menselijke maat zijn deze als vanzelfsprekend ervaren sociale aanwijzingen uit de eigen groep grotendeels weggevallen. Dat gemis leidt ertoe dat mensen verweesd zelf op zoek gaan naar de juiste normen en waarden en de bijpassende gedragingen. Jongeren zijn steeds meer aangewezen op zichzelf om te achterhalen hoe het best te functioneren in de samenleving. De steun van de gemeenschap is vrijwel weggevallen. Steun wordt gezocht bij fictieve groepen via sociale media, of bij reële  groepen op basis van gedeeld drugsgebruik of ander escapistische handelingen. Maar in essentie is ook hier sprake van groepsvorming op basis van gedeelde emotie.

Zie ook: Waarom mannen vechten