‘Hamasleider zei dat de goede zaak wel 100 duizend Palestijnse burgerlevens waard is’

Yuval Bitton is een van de weinige Israëliërs die de leider van Hamas in Gaza goed kent: hij heeft ‘honderden uren’ met hem onderhandeld over de vrijlating van één Israëlische gijzelaar. ‘Sinwar was keihard en uitermate extreem.’

Sacha Kester Volkskrant, 20 april 2024

Sacha Kester is buitenlandredacteur van de Volkskrant en schrijft over België, Israël en de Palestijnse gebieden, en het Midden-Oosten. 

Yuval Bitton heeft het leven van de Hamasleider in Gaza gered, toen deze in de gevangenis zat. ‘Hij beloofde me plechtig dat hij die schuld op een dag zou terugbetalen.’Beeld Kobi Wolf

Een gedetineerde in een van de zwaarst beveiligde gevangenissen van Israël had gruwelijke pijn in zijn nek. Hij was lijkbleek, trilde en kon zijn evenwicht met moeite bewaren. Yuval Bitton, een jonge tandarts die in de gevangenis werkte, vermoedde dat de man een beroerte had gehad en alarmeerde de artsen, waarop de man naar het ziekenhuis werd gebracht en zijn leven met moeite werd gered.

Het was 2004 en de patiënt heette Yahya Sinwar, de man die zou uitgroeien tot de leider van Hamas in Gaza, en die wordt gezien als het brein achter de aanval op Israël op 7 oktober. ‘Toen hij jaren later werd vrijgelaten, schudde Sinwar mijn hand en zei hij dat ik zijn leven had gered’, vertelt Bitton. ‘Hij beloofde me plechtig dat hij die schuld op een dag zou terugbetalen.’

Zelf was Bitton op dat moment allang geen tandarts meer, maar hoofd van de inlichtingendienst binnen het Israëlische gevangeniswezen. Hij is een van de weinige Israëliërs die Sinwar goed heeft leren kennen: ze hebben ‘honderden uren’ met elkaar in een kamertje doorgebracht en onderhandeld over de vrijlating van een Israëlische gijzelaar. ‘Sinwar was op dat moment al een belangrijke leider’, vertelt Bitton. ‘Mensen luisterden naar hem. Hij was keihard en uitermate extreem.’

Hoe kan het dat een tandarts zoveel over gedetineerden te weten komt? Tijdens de behandeling kunnen patiënten toch niet praten? Dan hebben ze hun mond open.

‘Voordat ik aan de behandeling begon, praatte ik altijd met mijn cliënten. Stelde ze op hun gemak. Ik hing ook vaak rond in de kliniek, een plek waar de gevangenen zich relatief veilig voelden omdat hun eigen organisaties hen daar niet afluisteren of in de gaten houden. Je hebt als arts bovendien een andere rol dan een bewaker. Je helpt mensen, en ik merkte dat zij me daardoor vertrouwden.

‘Een inlichtingenofficier kreeg in de gaten dat ik met al die mannen praatte en veel over hen wist. Hij dacht dat ik wellicht bronnen kon rekruteren en vroeg of ik voor de inlichtingendienst wilde werken. Daar ben ik uiteindelijk doorgegroeid naar de top.’

U heeft de gekste dingen geleerd in de gevangenis. Zo las ik dat u aan het gebit van een gedetineerde direct kunt zien of hij lid is van Hamas.

Lachend: ‘Dat klopt. Hamas-leden onderhouden hun tanden heel goed. Het zijn een soort asceten, die hygiëne en reinheid nastreven: ze leven uiterst gedisciplineerd, raken geen zoetigheid aan, roken niet, en doen ’s avonds om 9 uur het licht uit.

‘De mannen van Fatah (de seculiere concurrent van Hamas, en op dit moment de belangrijkste partij binnen de Palestijnse Autoriteit die de Westelijke Jordaanoever regeert, red.) hadden vaak rotte tanden. Sinwar keek vol walging op hen neer. Hij vond hen soft en ongedisciplineerd en zag ze als verraders van de islam. Fatah had in 1993 de Oslo-akkoorden ondertekend: het verdrag waarin Israël en de Palestijnen beloofden verder met elkaar te onderhandelen over twee landen voor twee volken.’

Hamas was daar altijd diametraal op tegen, maar de relatie met Fatah was toch niet direct verzuurd? Ze hebben nog een klein jaar samen geregeerd, tot er in 2007 een burgeroorlog uitbrak.

‘Hamas keerde zich direct tegen het vredesproces en pleegde kort na de ondertekening van de Oslo-akkoorden de eerste zelfmoordaanslagen in Israël. Maar het verschil tussen de twee facties was voor die tijd al groot: leden van Fatah wilden een Palestijnse Staat binnen de grenzen van 1967, het grondgebied dat Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog heeft veroverd en bezet. Wat betreft Hamas waren er geen grenzen: de hele regio is heilige islamitische grond, en Joden hebben hier volgens hen niets te zoeken.

‘Toen de burgeroorlog tussen Fatah en Hamas in 2007 in Gaza uitbrak, was Hamas genadeloos: Fatah-leden werden afgeslacht, levend van de daken gegooid of achter rijdende auto’s vastgebonden. Ook in de gevangenis konden wij hen niet meer in dezelfde vleugels huisvesten. Ze vermoordden elkaar.’

De wereld van buiten drong dus tot diep in de gevangenis door?

‘Zeker. Ook daar bleef Hamas een soort leger: islamitische broeders die strikte regels oplegden aan hun eigen mensen, en bijvoorbeeld ook verkiezingen hielden voor het leiderschap binnen de gevangenis. Ze vonden bovendien altijd een manier om te communiceren met mensen van buiten.

‘Leiders waren hun positie dus niet kwijt als ze, zoals Sinwar, na 22 jaar cel weer op vrije voeten kwamen. Sterker, juist in de gevangenis krijgen jonge, ambitieuze leden de kans hun leiderschap vorm te geven: hier komen ze in aanraking met figuren aan de top, en een lange tijd in de cel geeft je bovendien status.’

Yahya Sinwar, de leider van Hamas in Gaza en het brein achter de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober vorig jaar, tijdens een manifestatie in Gaza in 2022.Beeld AFP

Yahya Sinwar werd in 1962 geboren in het Khan Younis vluchtelingenkamp, waar zijn ouders naartoe waren uitgeweken toen de staat Israël in 1948 werd opgericht. Hij studeerde aan de Universiteit van Gaza, en werd een vertrouweling van sjeik Ahmed Yassin, een van de oprichters en de geestelijke leider van Hamas. Hierop rees Sinwars ster snel. Hij is de oprichter en leider van de Majd, de veiligheidsdienst van Hamas die verraders opspoort en vermoordt, wat hem de bijnaam ‘de slager van Khan Younis’ opleverde.

Sinwar werd in totaal drie keer gearresteerd en de laatste keer (1988) werd hij tot vier keer levenslang veroordeeld voor de moord op vier Palestijnen. Hij gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn vijand goed te bestuderen. Sinwar leerde Hebreeuws, las Israëlische kranten en verdiepte zich in de Joodse geschiedenis.

Toen de Israëlische soldaat Gilad Shalit in 2006 werd ontvoerd en door Hamas werd vastgehouden in Gaza, kwamen er onderhandelingen op gang om hem vrij te krijgen. Met de politieke leiders, Khaled Mashal en Ismail Haniyeh, viel volgens Bitton wel een deal te sluiten, maar er kwam telkens een ‘nee’ van de leiders in de gevangenis. ‘Dat waren de harde jongens.’

U maakte deel uit van het team dat in de gevangenis onderhandelde. Wat was voor Sinwar het belangrijkste struikelblok?

‘Het was nooit genoeg. Wat hem betreft moesten alle Palestijnse gevangenen worden vrijgelaten.’

Dat is niet realistisch, daar zou Israël nooit mee akkoord zijn gegaan.

‘Dat gingen we ook niet, maar er was bij Sinwar geen ruimte voor pragmatisme of compromissen: hij wilde alles, anders ging het feest wat hem betreft niet door. Toen we uiteindelijk een deal sloten om één gijzelaar terug te krijgen in ruil voor meer dan duizend Palestijnse gevangenen, onder wie hijzelf, was hij furieus. Hij schreeuwde tegen me dat het niet genoeg was en stuurde woedende berichten naar de leiders buiten de gevangenis. Tevergeefs. De deal ging door.’

Yahya Sinwar en Yuval Bitton (rechts) in de Beer Sheva-gevangenis in 2011.

Sinwar was hiertegen, maar u ook: u wilde niet dat Sinwar werd vrijgelaten.

‘Ik wist hoe hard en wreed hij was, en dat hij in de toekomst nog voor grote problemen zou gaan zorgen. Maar net als bij Sinwar, werden ook mijn argumenten terzijde geschoven.’

Ook in die tijd waren Palestijnse burgers het slachtoffer. Nadat Shalit was ontvoerd, werd Gaza gebombardeerd, en in totaal zijn er tijdens die oorlog 416 Palestijnen omgekomen. Heeft u daarover met Sinwar gesproken?

‘Jazeker, ik heb hem gevraagd of dat het nu waard was. Of hij ermee zou kunnen leven als er tienduizend onschuldige burgers sterven om honderd gevangenen te bevrijden. En het antwoord? ‘Dat is zeker honderdduizend levens waard!’

‘Het draait bij hem uiteindelijk allemaal om het grotere doel, het grotere idee. Het offer dat daarvoor gebracht moet worden, deed er niet toe. Doet er nog steeds niet toe, zoals we helaas zien.’

Wat betekent dat voor de Israëlische gijzelaars die nu door Hamas worden vastgehouden, en voor de Palestijnse burgers die snakken naar een einde van de oorlog?

‘Ik wil niet speculeren. Maar zoals gezegd: het zou me verbazen als Sinwar bereid is tot een compromis. En hij ziet dat de internationale steun voor Israël afbrokkelt. Hij wacht af. Sinwar heeft geen haast.

‘Zolang onze regering niet bereid is samen te werken met de internationale gemeenschap, met Fatah en met bevriende Arabische landen, zie ik geen oplossing. Ook na deze oorlog is Hamas niet uit Gaza verdwenen, en Israël kan dat niet alleen het hoofd bieden. Laat Fatah Gaza opnieuw opbouwen, en Hamas uit de tunnels jagen. Alleen dan is er een kans dat de Gazanen vooruit kunnen, en wij, Israëliërs, niet meer door onze buren bedreigd worden.’

Heeft u nog contact gehad met Sinwar sinds de aanval op 7 oktober?

‘Daar kan ik helaas niets over zeggen.’

Uw neefje, de zoon van uw zus, is op die dag toch door Hamas ontvoerd?

‘Tamir is inderdaad meegenomen naar Gaza en al snel overleden aan zijn verwondingen die hij bij de aanval opliep. Dat is blijkbaar de manier waarop Sinwar zijn schuld aan mij heeft terugbetaald.’