Oorlogskoorts in Europa: we laten ons opjagen door de VS

Trouw, 6 maart 2024. Jolle Demmers 

Als Europeanen moeten we wegblijven van de angst en het Amerikaanse militarisme kopiëren. Er is alle reden zelfbewust te werken aan een robuuste vredesarchitectuur, los van de VS, meent Jolle Demmers.

Europa is verstrikt in een oorlogscrisis. Twee jaar na de Russische invasie van Oekraïne is het recept van wapenleveranties, militaire trainingen en sancties vastgelopen. De verbeeldingskracht om een andere koers in te slaan, ontbreekt. Terwijl reservisten (ICT’ers, vrachtwagenchauffeurs, pompbediendes) in loopgraven de dood vinden, bijten westerse bewindslieden zich vast in een ongekend militarisme.

Trumps uitspraak dat ‘Rusland mag doen wat het wil’ met Navo-landen die niet genoeg aan defensie besteden, heeft de oorlogskramp verhevigd. Het is niet verwonderlijk dat Europese haviken deze pesterijen (feitelijk een geste aan de wapenindustrie) aangrijpen om hun ambities te verwezenlijken. In de stroom van deze ontwikkelingen neemt de Ruslandangst ongekende vormen aan. De media staan vol van de imperialistische intenties van Poetin. Topmilitairen en politici waarschuwen voor een Russische aanval.

Waarom vervallen in alarmisme? Dat is onnodig. Rusland heeft simpelweg de conventionele capaciteit niet om Europese Navo-landen binnen te vallen, en al helemaal niet om deze langdurig te bezetten. Na twee jaar oorlogsvoering blijkt Rusland maar net in staat een deel van de Donbas in Oost-Oekraïne vast te houden en heeft daarbij zware verliezen geleden. Het is moeilijk voorstelbaar wat een offensief richting Europa het Poetin-regime zou opleveren.

Maar ook zónder de VS overtreft de huidige Europese militaire capaciteit die van Rusland als het gaat om manschappen, wapens en militaire uitgaven. Ook zijn er geen aanwijzingen van imperialistische ambities van Poetin, bijvoorbeeld de opbouw van een bezettingsleger aan de Navo-grenzen. Imperialisme bestaat bij de gratie van militair vermogen. Laten we de oorlogskoorts dus wat temperen.

Eigen koers

Europa zou wel een stap moeten zetten: een eigen koers. Het heeft baat bij een autonome militaire strategie en defensiemacht. Het is noodzaak daarop aan te sturen. Niet uit vrees voor een Russisch offensief of vanwege de powerplay van Trump, maar omdat we ons hiermee kunnen losmaken van de voor Europa desastreuse militaire greep van de VS, met name in relatie tot Rusland, maar ook het Midden-Oosten en China.

Drie decennia van Amerikaanse coalitieoorlogen – met prominente bijrollen voor Europese partners – hebben laten zien dat de baten voornamelijk terechtkomen bij de VS. Dat wil zeggen bij aandeelhouders van de wapen- en olie-industrie, niet bij de bevolking.

De verschrikkingen worden allereerst gedragen door de nabestaanden van de 4,5 miljoen burgerdoden die volgens onderzoeksproject Costs of War vielen als gevolg van de War on terror. Maar ook Europa droeg en draagt kosten in de vorm van vluchtelingenopvang en met de oorlog in Oekraïne, een mogelijke ineenstorting van zijn industrie met alle gevolgen van dien.

Europa had zijn concurrentiepositie de afgelopen decennia deels te danken aan goedkoop gas uit Rusland. Met het opblazen van de pijplijn Nord Stream en bijkomende sancties valt deze bron nu weg. De eerste energie-intensieve bedrijven (Nedcar, Nyrstar, Aldel, Accell, OCI, NEG), die men kan zien als de kanaries in de kolenmijn, zijn al omgevallen of staan er slecht voor. Hetzelfde zien we in Duitsland. Bovendien worden Europese bedrijven met gigantische groene subsidies verleid om in de VS te produceren. Met de Europese afhankelijkheid van LPG hebben de VS nog een troef in handen.

Een Europa dat in staat is zichzelf te verdedigen, kan los van het Amerikaanse offensieve militarisme opereren. Allereerst biedt dat een kans om noodzakelijke diplomatieke onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland op gang te brengen. Hiervoor zouden de Istanbul-akkoorden van maart 2022 als uitgangspunt kunnen dienen. Ook zou een militair onafhankelijker Europa tegengas kunnen bieden (in lijn met het Internationaal Gerechtshof) aan de rampzalige Amerikaanse en Israëlische politiek in het Midden-Oosten, en de vernietiging van Gaza.

Zulke ingrepen zouden kunnen bijdragen aan een herstel van sociale en economische stabiliteit. Van daaruit kan Europa werken aan oplossingen voor de energiecrisis en het behoud van het investeringsklimaat en de concurrentiepositie.

Dynamiek van eindeloze oorlog

Het gevaar van een markt gedreven Europese defensie-industrie is dat deze aanzet tot een dynamiek van eindeloze oorlog. Het beest moet gevoerd om het in leven te houden. We zien nu al dat investeerders zoals pensioenfondsen garanties vragen aan de Nederlandse overheid voor langdurige orders.

Een ander risico is een verstrengeling van industrie en overheid. De Amerikaanse defensieminister was tot voor kort lid van de raad van bestuur van Raytheon Technologies. Het Europese militaire apparaat moet daadwerkelijk defensief en niet offensief worden ingezet.

Het grootste risico op falen is het gebrek aan het type politici dat bereid is de plannen in praktijk te brengen. De huidige politieke cultuur maakt het moeilijk voor bewindslieden om buiten het dwingende narratief van dood en vergelding te denken. De overtuiging dat conflict uitsluitend met militaire middelen kan worden opgelost heeft zich als een koortswaan vastgezet in de westerse instituties. ‘Een strategie van kerkhoven’, zou Kant zeggen. Het is hoog tijd voor een andere koers.

Jolle Demmers is hoogleraar Conflict Studies aan de Universiteit Utrecht