Non binair

Rick Pullens Trouw, 8 oktober 2022

Lara Billie Rense (1972) groeide op in Nunspeet en verhuisde op 16-jarige leeftijd naar Rijswijk. Na de havo volgde een (niet afgemaakte) Academie voor Lichamelijke Opvoeding, een leraren­opleiding maatschappijleer en een studie sociologie. Diens radiowerk begon bij Amsterdam FM (2000-2002), daarna volgden BNR Nieuwsradio (2002-2009) en de NOS (2009-heden). Rense woont in Muiden, samen met diens vriendin ­Marieke Visser en haar twee kinderen.

Mensen die me voor het eerst zien, zeiden vaak: ‘Ik had een heel ander beeld van je’. Waar zit ’m dat nou in? Ze zagen niet een jongensachtige vrouw voor zich, met kort haar en gympies, zoals ik mezelf destijds zag, maar meer een Harmke Pijpers-achtig type, die toen ook kort haar had, maar hakken droeg en er heel netjes uitzag. Ik denk dat mijn stem dichter bij mijn kern is gekomen. Interessant, omdat ik ook in andere opzichten ruimte ben gaan zoeken voor mezelf. Ik ben uit de kast gekomen als non-binair en heb een borstoperatie ondergaan. Ik sta nu als mezelf in de samenleving. Eindelijk.”

Ik voel me geen vrouw

“Lara Billie Rense. Sinds 21 februari noem ik me zo. Die dag heb ik in Nieuws en Co tegen de luisteraars gezegd: ‘Tot u spreekt de eerste non-binaire radiopresentator van Nederland’. Een wedergeboorte. Ik had beschuit met regenboogmuisjes meegenomen naar de redactie.

Lara is mijn oorspronkelijke naam, door mijn ouders gegeven, ik hecht daaraan. Ik vind het een fijne naam. Billie is nieuw. In de combinatie zit zowel het mannelijke als het vrouwelijke. We hebben thuis namen de revue laten passeren. Deze vond iedereen super lekker klinken en goed passen bij Lara. Het heeft ook iets speels.

Dat speelse heeft altijd in mij gezeten, als kind was ik al het clowntje. Gekke dingen doen, toneelstukjes op school, totaal expressief. Daar was best veel ruimte voor, ook in het christelijke Nunspeet, waar ik tot mijn zestiende heb gewoond.

Ik wist al jong: ik voel me geen meisje. Maar wat moest ik daarmee? Een man worden? Dat wil ik niet, dat weet ik nu. Maar toen? Ondertussen werd ik ongesteld, kreeg ik borsten: reuze ingewikkeld allemaal. Ik heb me lang echt rot gesport, en nog steeds, om maar niet te vrouwelijke vormen te hebben – hockey, voetbal, ik loop hard en ik boulder. Vaak dacht ik: wat is er toch met me aan de hand? Dan zat ik weer met mezelf in de knoop, relaties liepen niet. Ik zat opgesloten in mezelf.

Pas een paar jaar geleden realiseerde ik me wat er echt aan de hand is. Ook door taal die verandert. Toen ik voor het eerst het woord genderfluïditeit hoorde, dacht ik: wow, dat kan dus. Je kunt je tussen twee polen bewegen, tussen man en vrouw, op allerlei wijzen, als een prachtige caleidoscoop. Dat was een eyeopener: het mag er gelijktijdig zijn. Zoals je verdrietig én blij kunt zijn.

Er viel op dat moment veel op z’n plek, maar ik moest hier eerst ruimte in mezelf voor creëren. Een heftig proces. Ik besefte hoezeer ik altijd geprobeerd heb te voldoen aan verwachtingen die horen bij het lichaam dat mensen zagen. Het werd tijd om dingen af te pellen: welk gedrag is van mij, wat is van de samenleving?

Zo besloot ik mijn benen niet meer te scheren. Eerst kon ik er niet naar kijken, ik voelde zo’n afkeer van wat daar ontstond – ik heb best wel wat haar, het was echt in your face, geen donslaagje. Na twee weken werd de aversie minder en voelde ik duidelijk dat het me was aangeleerd te denken: je bent een vrouw, dus dit mag niet. Dat bedoel ik met wedergeboorte, ik moest mezelf ontdoen van al die sekserol-etiketten. Heel bevrijdend.”

Ook mijn smaak is fluïde

“Met vriendinnen heb ik al meer dan vijftien jaar een whiskyclub. In het begin ging het vooral om het proeven. Waar komt deze soort vandaan? En herkennen we het ziltige van de zee? We hebben ook weleens een whiskycongres bezocht. We dronken best heftige rokerige whisky’s, maar inmiddels vind ik dat niet meer zo lekker. Het grappige was dat een van die meiden laatst hetzelfde bekende. Toen hebben we maar een fles ripasso opengetrokken. Smaak is blijkbaar ook fluïde.

Mijn liefde voor Duvel is daarentegen constant gebleven. Dat bier heeft precies de juiste combinatie van bitterzoet, een frisse prikkel en effect – het doet gewoon even ‘pats’. Duvel is voor mij heel erg gekoppeld aan vogelen, mijn grote hobby. De natuur in, waarnemen wat er om je heen is, en daarna in het vogelboek opzoeken wat je hebt gezien. Met een Duveltje erbij. Heerlijk.”

Taal is ontoereikend voor hoe ik me voel

“In aanmerking komen voor een borstoperatie is lang wachten, emotioneel en psychisch een intens proces. Je moet gesprekken voeren met een psycholoog en een psychiater, jezelf volledig op tafel leggen. Dat voelt zo invasief. Je krijgt allemaal vragenlijsten en als zij vinden dat je stabiel genoeg bent en inderdaad last hebt van ­genderdysforie, mag je naar de volgende ronde. Pas als je door dat hoepeltje bent gesprongen dus.

Eind juni ben ik geopereerd. Opeens was het zover. Mijn borsten zijn weggehaald. Ik kwam thuis met een groot litteken. Er staken nog twee drains uit mijn lijf, de wond druppelde nog na. Ik voelde me kwetsbaar, ik wilde alleen maar met mijn familie zijn: mijn vriendin Marieke en de kindjes, mijn bonuskindjes, die dan bij mij op bed Netflix kwamen kijken. En ik appte met mijn broer en mijn moeder. De rest vond ik maar ingewikkeld.

Het was een beetje zoals in dat citaat uit Lampje, dat kinderboek: ‘Soms, als je iets een hele tijd zo vreselijk graag wilde en je krijgt het eindelijk, is er een soort stilte waarin niemand weet wat-ie moet doen’. Dat gevoel. Ik wist het gewoon even niet zo goed. Om dat te omarmen, daar zat zo’n schoonheid in. Het gaf me zoveel rust om die twijfel toe te laten. Dat gevoel wil ik een beetje oprekken. Want waarom moet alles altijd zo beslist zijn?

Ik noem mezelf non-binair, maar wat ik in mezelf ervaar is niet te beschrijven met een label. Taal is ontoereikend voor wat ik voel. Non-binair is voorlopig even de werktitel, zal ik maar zeggen. Want ik moest iets. Ik moest mezelf een label opplakken, om te kunnen communiceren, maar het label kan er weer af. Alles is altijd in beweging. Voor wie in hokjes wil denken is dat moeilijk te volgen, maar die beslistheid werkt voor mij niet.”

Eindelijk herken ik mezelf

“Marieke en ik hebben elkaar ontmoet bij het voetbal. Ze was nieuw in het vriendinnenteam. Ik was meteen weg. Al het andere was ruis. Ik wist heel duidelijk: ik moet bij jou zijn. Totale zielsverwantschap. Ze zag voor mijn gevoel door alles heen mijn ware kern. Dat was zo mooi, zo fijn. Zij zag wie ik wilde zijn, misschien wel eerder dan ik dat zelf zag. Mijn zoektocht, mijn verdriet, ook daar was ruimte voor bij haar.

Toen ik dat voelde, wist ik: dit is het moment. Als ­ zij zo onvoorwaardelijk van mij kan houden, moet ik dat ook gaan doen van mezelf. Daardoor volgde het een ook zo snel op het ander. Na drie maanden besloten we dit huis te kopen. We wisten het zo zeker. Echt bizar. En dat opende voor mij weer het perspectief naar die operatie. Het was nu of nooit.

Ik word omgeven door liefde, maar krijg ook negatieve reacties, via mail, of Twitter. Die komen vooral van oudere witte mannen, ik bekijk altijd iemands profiel. Ze willen niet geloven dat er mensen zijn die de binaire indeling bevragen waar zij zich comfortabel bij voelen. Het is moeilijk voor mensen om voorbij hokjes te kijken.

Kort na mijn operatie gingen we op vakantie. Bij een meertje in de Dordogne liep ik rond in een zwembroek en zwemshirt – mijn bovenlijf mocht niet in de zon komen. ‘Volgens mij is het een vrouw’, hoorde ik iemand zeggen. Ik merkte verwarring. Terwijl mijn geslacht of sekse er op zulke momenten echt niet toe doet. Niet in een conversatie, niet bij de kassa en niet als ik ergens appeltaart bestel. Toch hebben we de neiging om het heel belangrijk te maken, want anders… Ja, anders wat?

Inmiddels bekijk ik mezelf graag. Als ik wandel pak ik elke etalage mee. Elk raam. Eindelijk herken ik mezelf. Ik vind het geweldig om mezelf te zien. Dat is gek hoor, die gewaarwording, dat je in een spiegel kijkt en voor het eerst denkt: daar ben ik! Ik heb nu eerder last van gen­dereuforie dan -dysforie. Niet meer dat nare gevoel als je naar jezelf kijkt: dit past niet, die vorm klopt niet. Eerder het tegenovergestelde: oeh, yeah, dit ben ik!”

“Ik heb mijn radiowerk twintig jaar lang geweldig gevonden; de leukste baan op aarde. Dat je in zo’n studio zit met jezelf, het nieuws van a tot z mag uitpluizen en er mensen over mag interviewen. Maar het ging me tegenstaan, de houdbaarheidsdatum is voor mij verlopen.

Dat komt ook door mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik laat mijn kwetsbaarheid toe. Niet meer alleen dat hele vurige, dat harde, wat de mensen van mij kennen. Daardoor interview ik ook anders. Want waar ben ik echt naar op zoek in een gesprek? In programma’s als Nieuws en Co is weinig tijd, de formats liggen vast, je moet door.

Het is spannend om te stoppen. Toen ik onlangs iets aangeboden kreeg voor volgend jaar en ‘nee’ zei, riep iets in mij: ‘Doe het nou wel, dan heb je tenminste houvast’. Maar nee, het is echt nodig om alles even los te laten, dan kan ik daarna verder. Marieke zei het ook: ‘Vertrouw op dat oergevoel, je intuïtie, dan komt het goed’.”