We hebben een demografische transitie nodig
Trouw 1 januari 2023. Sylvain Ephimenco
Het parool voor dit nieuwe jaar zal ‘minder’ zijn. Wat gisteren vanzelfsprekend was kan vandaag en morgen in een ander licht komen te staan. Hierover worden grote woorden gebruikt: het gaat immers om de toekomst van de planeet.
Tijd om terug te schakelen, zeggen ernstige stemmen. Minder vlees als oppersymboliek, maar ook minder fossiele subsidies voor verslaafde bedrijven. En vergeet ook niet minder tijd onder de douche, minder graden op de thermostaat, minder filerijden en minder vliegen. Samengevat: wij moeten vooral minder consumeren. Ik kan me hierin (deels) wel vinden.
Maar in een cruciale sector gaat het dit jaar ‘meer’ worden: in 2024 zal Nederland de grens van de 18 miljoen inwoners passeren. Er was amper zeven jaar nodig om een extra miljoen zielen op dat hele kleine stukje aarde te proppen. De vorige keer, van 16 naar 17 miljoen, deden we er ongeveer 15 jaar over (2002-2017). En dan te denken dat Nederland een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is. En amper ruimte over heeft om huizen te bouwen, zodat je hier tot sint-juttemis bij je ouders moet blijven puberen. Het gekke is dat in Nederland vrouwen ook allang zijn begon te minderen: in 2022 was dat met 1,49 kind per vrouw tegen 1,62 het jaar ervoor. Er gaan momenteel meer mensen dood dan er geboren worden.
Hoe een bevolkingstoename toch kan? Nu betreden we het ideologische mijnenveld: immigratie. De bevolkingsgroei, net als het jaar ervoor, komt in 2023, nu met ruim 100.000 nieuwe inwoners, volledig op het conto van immigratie. De grens van 19 miljoen inwoners komt dan sneller dan verwacht. En nu pas wordt de discussie interessant tussen degenen die immigratie een halt toe willen roepen en de anderen die waarschuwen dat een drastische vermindering van immigratie Nederland in een economische ramp zal doen tuimelen. Of, zoals het hoofdredactionele commentaar vorige week stelde: ‘Dan moeten ook heldere keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld minder handen aan het bed, in de zorg, horeca of in de kassen in het Westland. Uiteraard wil niemand dit.’
Ik toch wel, omdat het niet anders kan. Mij valt het op dat vooral het kamp dat ‘minder, minder’ roept als het om ons consumptieve gedrag gaat, nu plots geen probleem heeft met steeds meer consumenten uit het buitenland importeren. Op termijn is dit ‘menselijke piramidespel’ suïcidaal, want je zult steeds meer migranten nodig hebben om de vergrijzende vorige migranten te vervangen: voortdurend nieuwe instroom om de uitstroom bij de beroepsbevolking te pareren. Volgens deskundigen resulteert dit op lange termijn in een explosieve groei van de bevolking. En dan heb ik het nog niet over de vervreemding van de autochtone bevolking bij de komst van enorme aantallen nieuwe migranten.
Een ideale oplossing bestaat niet. Maar nu we het tot vervelens toe over energietransitie hebben, zullen we toch ook aan een demografische transitie moeten denken. Hoe gaan al die sectoren van de samenleving zich herstructureren als er minder leraren, plukkers, serveersters, politieagenten of ‘handen aan het bed in de zorg’ zijn? Voortdurend immigranten aanvoeren tegen de vergrijzing, is geen duurzame oplossing en kan ook voor ontwrichting zorgen. Kijk dan verder dan je neus lang is: demografie mag niet tot in lengte van dagen de olifant blijven in de kamer van duurzame wegkijkers.