Vaders slechter af bij een vechtscheiding?

Uit een onderzoek onder dertig scheidende stellen in Brabant blijkt dat vaders na een vechtscheiding slechter af lijken te zijn dan moeders. ‘Het Nederlandse systeem gaat er nog steeds impliciet van uit dat de moeder de meest natuurlijke verzorger is.’

Charlotte Huisman Volkskrant, 20 februari 2023

Vader en zoon kijken uit over zee. Mogelijk hebben hulpverleners, die meestal vrouw zijn, er geen oog voor dat zij moeders wellicht onbewust bevoordelen, suggereren de onderzoekers. Beeld Stijn Rademaker / ANP

Zijn mannen bij een vechtscheiding slechter af dan vrouwen? Wel onder de dertig Brabantse stellen in een complexe scheiding die het onderzoeksbureau Triqs de afgelopen twee jaar volgde. Bij complexe scheidingen van (hetero)stellen met kinderen lijkt de vader vaker te moeten inleveren op zijn wensen, bijvoorbeeld bij de omgang met zijn kroost. De vader is ook vaker somber en gestresst tijdens de scheiding. Mogelijk hebben de hulpverleners, die meestal vrouw zijn, er geen oog voor dat zij moeders wellicht onbewust bevoordelen, suggereren de onderzoekers.

De bevinding dat de vader er slechter aan toe is tijdens de vechtscheiding is de opvallende bijvangst van een rapport dat eigenlijk over iets heel anders gaat. Triqs onderzocht de inzet van de zogenoemde gezinsadvocaat, waarmee de afgelopen twee jaar in Brabant werd proefgedraaid. Hiervoor kregen ruim dertig stellen met kinderen in een lastige scheiding hulp van een gedragswetenschapper en een advocaat, die samen de echtelieden bijstonden om hen zo harmonieus mogelijk uit elkaar te laten gaan – ook in het belang van hun kinderen.

Totale vrouwelijk professionele omgeving

De gezinsadvocaat blijkt uitstekend te werken, zagen de onderzoekers. De koppels van advocaten en gedragswetenschappers wisten in vrijwel alle gevallen te voorkomen dat de echtelieden elkaar voor de rechter de tent uitvochten.

Tijdens het volgen van de dertig Brabantse stellen vielen de onderzoekers ook andere zaken op. Dat driekwart van de vaders zich na de scheiding angstig en depressief voelde, bijvoorbeeld. Dat is een veel hoger percentage dan onder de moeders.

Ook viel op dat de vader veel vaker inlevert op zijn wensen wanneer er compromissen moeten worden gesloten, onder meer over de woonplaats. Volgens de onderzoekers speelt mee dat ‘het scheidingsproces in een vrijwel totale vrouwelijk professionele omgeving plaatsvindt (bijvoorbeeld jeugdzorg)’. ‘Ook gaat het Nederlandse systeem er nog steeds impliciet van uit dat de moeder de meest natuurlijke verzorger is.’

Duidelijk signaal

‘Een onderzoek onder dertig scheidende stellen in Brabant is te beperkt in omvang om meteen alomvattende conclusies uit te trekken’, zegt onderzoeker Gouke Bonsel van Triqs. ‘Maar de verschillen in bijvoorbeeld de gezondheid tussen de vaders en moeders zijn zo groot, dat ze wel een heel duidelijk signaal geven: hier moet meer onderzoek naar worden gedaan.’

Vaders klagen er al jaren over dat ze slechter af zouden zijn bij vechtscheidingen, bijvoorbeeld bij de verdeling van de omgang met de kinderen. ‘Maar hier is weinig direct onderzoek naar gedaan’, zegt hoogleraar familie- en jeugdrecht Paul Vlaardingerbroek. Hij ziet wel dat rechters meer oog lijken te krijgen voor de positie van vaders, mede doordat zij een steeds grotere rol spelen in de opvoeding van de kinderen.

Het valt op dat deskundigen die vechtscheidingen bestuderen, de klagende vaders de laatste jaren steeds vaker gelijk gaven. In 2018 leverde voorzitter André Rouvoet van het platform Scheiden zonder Schade al kritiek op de werkwijze van de hulpverlening. Medewerkers brachten kinderen bij een vechtscheiding onder bij een van de twee ouders in de hoop rust te brengen in het gezin. In de praktijk betekende het echter vaak dat de kinderen naar de moeder gingen en hun vader nauwelijks nog zagen.

Achterstand

De eerste die de knuppel vervolgens echt in het hoenderhok gooide over een mogelijke ‘gender-bias’ bij echtscheidingen, was het expertteam dat twee jaar geleden in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoek deed naar ouderverstoting en problemen met de omgangsregeling.

Vaders staan op achterstand in de hulpverlening en in de rechtspraak door het traditionele beeld van het ouderschap, concludeerde dit expertteam onder leiding van familierechter Cees van Leuven. En bij een scheiding is het merendeel van de hulpverleners die ze treffen ook nog eens vrouw. Hulpverleners moeten zich hier volgens de experts van bewust zijn. Het is waarschijnlijk voor het eerst dat het ministerie het advies krijgt hierover na te denken, aldus het team in februari 2021.

Het advies dat het expertteam aan toenmalig minister Sander Dekker (rechtsbescherming) gaf, was helder: treed harder op tegen ouders die na een scheiding hun kinderen weghouden bij de andere ouder. Want nu staan er te weinig sancties op. Dan moet zo’n ouder, in de meeste gevallen de vader, maar afwachten hoe (vaak) hij zijn kind uiteindelijk te zien krijgt. Het advies was dat de politie bij een ouder langs zou moeten gaan als die het kind onterecht weghield bij de andere ouder.

‘Sindsdien is er weinig gebeurd met dit advies’ , zegt vicevoorzitter Bas van ’t Hoff van het Vader Kennis Centrum, dat zich inzet voor gelijkwaardig ouderschap na een vechtscheiding. ‘Ook na drie aangenomen moties in de Tweede Kamer die aandrongen op het ontwikkelen van een strengere sanctieaanpak op dit punt, gebeurde er niet veel.’ Van ’t Hoff hoopt dat het nieuwe onderzoek de minister een extra zetje geeft.

Medische wereld

Franc Weerwind, de huidige minister voor Rechtsbescherming, schreef in december aan de Tweede Kamer dat hij ‘met alle partijen’ in gesprek is over hoe om te gaan met ouders die de omgangsregeling niet nakomen. Ook wacht hij op een in april te verschijnen rapport van onderzoeksinstituut WODC over de effectiviteit van de huidige benadering van ouders die hun kinderen bij de ex-partner weghouden.

Van ‘t Hoff begrijpt niet waarom het zo lang moet duren. ‘Dat er iets mis is in het systeem, is al vele malen onder de aandacht gebracht en het ministerie erkent ook dat er iets moet gebeuren.’

De onderzoekers van Triqs vergelijken de situatie met die in de medische wereld. De medici, destijds vooral mannen, wilden aanvankelijk ook niet horen dat zij te veel met een ‘mannenbril’ naar hun patiënten keken. Inmiddels is daar beweging in gekomen. Die beweging moet er volgens hen ook komen in sectoren waar nu meer vrouwen werken, zoals in de hulpverlening.