Plantaardige consumptie

Haal meer eiwitten uit bijvoorbeeld erwten en minder uit vlees. Dit staat in een nieuw plan van wetenschappers, maar ook van onder meer boerenorganisatie ZLTO.

Trouw, 20 februari 2023

De consumptie van groenten als bonen en soja kan binnen zes jaar verdubbelen. Daarvoor moeten boeren meer plantaardige eiwitten telen. Dit stelt een initiatiefgroep in een ‘masterplan’. Opvallend is dat ook ZLTO, organisatie van boeren in Zuid-Nederland, en agrarische concerns zich aansluiten bij het plan van onder meer de Wageningen Universiteit.

Wereldwijd wordt 80 procent van het landbouwareaal gebruikt voor veehouderij en dat levert ons slechts 20 procent van de voedingswaarde. De overige 20 procent van de groente, fruit en granen, die direct voor menselijke consumptie worden geteeld, levert ons 80 procent van de voedingswaarde.

Het project van de initiatiefgroep betekent een verschuiving van het eten van vlees naar het eten van meer vegetarische producten. Over de betrokkenheid van ZLTO en bedrijven als FrieslandCampina en veevoerbedrijf Agrifirm zegt Stacy Pyett, programmaleider bij de Wageningen Universiteit: “Deze bedrijven zien ook dat de landbouw moet en gaat veranderen. Zij vragen zich af: wat kan ik anders doen?”

De initiatiefnemers hebben een aanvraag voor 96 miljoen euro ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Dit is een pot met miljarden waarmee het kabinet sectoren wil stimuleren die in de toekomst economische groei kunnen leveren. Accountant Deloitte berekende dat de omslag naar plantaardige eiwitten per jaar 2,6 miljard aan omzet oplevert. Verder biedt het 50.000 nieuwe banen in de verwerking van plantaardige eiwitten tot bijvoorbeeld vegaburgers.

Efficiënter

Het verbouwen van plantaardige producten met eiwitten is veel efficiënter dan de productie van vlees en zuivel. “Voor het produceren van een kilo vlees is ongeveer vier kilo eiwit nodig in de vorm van veevoer”, zegt Pyett. In het eetpatroon van de Nederlanders zitten nu voor 40 procent plantaardige en voor 60 procent dierlijke eiwitten. Dat kan volgens dit plan in 2030 naar 50 procent voor beide groepen. Ook het kabinet wil deze verschuiving. Als dit wordt gerealiseerd is 7 procent minder landbouwgrond nodig. “Dit is voorlopig het doel. Maar het liefst willen we dat de balans nog verder doorslaat naar plantaardig”, zegt Pyett.

Het masterplan helpt tegen de uitstoot van kooldioxide en stikstof. In de veehouderij komen die stoffen vooral vrij via de mest. Meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten produceren in Nederland betekent dat de import van sojabonen voor veevoer daalt met een derde naar 2 miljoen ton per jaar. Boeren kunnen ook Nederlandse eiwithoudende plantaardige producten, zoals lupine, gebruiken als veevoer, zegt Pyett, waardoor de stikstofkringloop binnen Nederland blijft en er minder import van stikstof, in de vorm van sojabonen, plaatsheeft.

Met het geld van het groeifonds willen de initiatiefnemers experimenteren met het verbouwen van bijvoorbeeld veldbonen en meer onderzoek doen. “We moeten al onmiddellijk op grote schaal gaan testen”, legt Pyett uit. “Nu is de opbrengst gemiddeld 5 ton per hectare. Dat rendeert niet en moet naar 8 ton. Dat kan door onderzoek te doen naar de interactie tussen de plant en bacteriën in de bodem, door te experimenteren met vruchtwisseling, zoals het ene jaar veldbonen en het volgende jaar bijvoorbeeld tarwe en door plantenveredeling via het kruisen van rassen.”

Perspectief

Het verbouwen van bijvoorbeeld erwten en soja biedt volgens Pyett perspectief aan boeren. “We zien nu heel veel onrust over hun toekomst. Dit plan kan helpen om rendement te halen uit andere producten. Het heeft voordelen voor zowel het milieu als voor boeren. Wij richten ons op een groep van bijna 8000 boeren. Als die meer veldbonen of erwten gaan telen, moet er ook vraag zijn naar de producten waarin die worden verwerkt.”

Er is meer onderzoek nodig naar de aanpassing van smaken en verkoopmethoden, staat in het plan. “Als je nu op het treinstation bent, is een saucijzenbroodje overal te krijgen, maar een snack met plantaardige ingrediënten veel minder. Kan dat anders?”, brengt Pyett naar voren. “Helpen aanbiedingen in de supermarkt of recepten? Wat doet de prijs? We weten nog veel te weinig over hoe we plantaardige eiwitten bij de consument onder de aandacht kunnen brengen.”