Minder maaien
Peter Bulsing heeft een hartenkreet voor beheerders van openbaar groen. Als je per se wilt maaien, beperk je dan tot 50 procent van het terrein. ‘Elk stukje groen behoort tot de natuur. En we kunnen dit morgen invoeren.’
Trouw, 2 december 2024
In Nederland zijn maar 413 gewervelde soorten
“Als je alle voedselketens op aarde gaat herleiden tot de bron kom je uit bij de flora en de ongewervelden. Alle bouwstoffen zitten in de grond en omdat wij geen bordje aarde willen eten, hebben we die basis van planten en insecten, spinnen, wormen, weekdieren en schimmels nodig om zelf te kunnen leven. Die basis moet heel breed zijn, en elke laag daarboven kleiner, vandaar de piramide.”
In Nederland leven meer dan 27.000 ongewervelde en maar 413 gewervelde soorten. “Die ongewervelden zijn het voedsel voor soorten hogerop, zoals vogels en kleine zoogdieren, ze bestuiven zaadplant, ze zuiveren water, en ze ruimen op: ook dood materiaal wordt gegeten en afgebroken.”
Van de vier vegetatielagen moslaag, kruidlaag, heesterlaag en boomlaag, is vooral de kruidlaag rijk aan ongewervelden, vooral insecten. En die hebben altijd last van maaimachines, vertelt Bulsing. “Elk stadium in de lange fase van ei tot imago, het volwassen insect, is van belang. Insecten doen niet aan elke mei een ei, zoals vogels. De voortplantingstijden zijn soortafhankelijk en liggen verspreid door het jaar, waardoor er in de kruidlaag altijd eitjes, nimfen, larven en poppen leven. Die zijn niet of nauwelijks mobiel, die mol je tijdens het maaien. En ongewervelden sterven nadat ze eitjes hebben gelegd, die kunnen niet aan een tweede leg beginnen of het volgende jaar een nieuw nest, dus je molt hele generaties.”
‘Structureel en bewust maaien is ecocide’
Insecten hebben het al zwaar door vermesting, verzuring en verdroging van de natuur, en door het gebruik van pesticiden in de landbouw. “Dat zijn allemaal oorzaken van de dramatische terugval van insecten en andere ongewervelden. Maar ook het maaibeleid zorgt daarvoor.
“De internationale unie voor natuurbehoud IUCN spreekt van ecocide als men moedwillige handelingen verricht met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige en langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht. Structureel en bewust maaien van de kruidlaag is dus ecocide. We beseffen niet welke waarde de ongewervelden ook voor ons voortbestaan hebben. Het is ook ónze voedselpiramide, we zijn ons eigen bestaan bewust aan het vernielen, alleen voor economisch gewin en omdat het er strak en opgeruimd uit moet zien.”
Bulsing wil doordringen tot de mensen die verantwoordelijk zijn voor het groenbeheer, zegt hij. Bestuurders van provincie, gemeentes en waterschappen. Maar ook de uitvoerders bij ambtelijke diensten en hoveniersbedrijven die ze inhuren.
“Ze denken te floristisch, houden alleen rekening met drachtplanten. Met hun bloemen leveren die stuifmeel en nectar, dat is belangrijk voor insecten, maar niet genoeg. Je moet ook zorgen voor voldoende waardplanten, de planten waarvan het overgrote deel van de ongewervelden leeft. Als ze al een maaibeurt overleven, zijn die waardplanten weg.”
‘Maai maar 50 procent’
Daarnaast zorgt de kruidlaag voor een microklimaat waarin de ongewervelden goed gedijen, vertelt Bulsing. “De begroeiing zorgt daar voor een lagere temperatuur en een hogere luchtvochtigheid dan de omgeving heeft. Als je die wegmaait, breng je ook het bodemleven grote klappen toe want je laat de zon doordringen tot de aarde die dan sneller opwarmt. En de ongewervelden missen beschutting.”
Daar kunnen alle mooie natuurinclusieve maatregelen niet tegenop, stelt Bulsing. “Muurkastjes, groene gevels en daken, inheemse planten en vijvers zijn goed voor allerlei soorten, maar we zijn de dieren met een kleien actieradius aan het verliezen door alles te blijven maaien. En ze komen ook niet terug, want zonder een ongemaaid stuk kan nieuw leven uit de omgeving een gebied niet koloniseren. Vandaar mijn advies om niet meer dan 50 procent te maaien en te zorgen dat de gemaaide delen overbrugbaar zijn voor de ongewervelden die in de ongemaaide delen leven.”
De Amerikaanse bioloog Edward Osborne Wilson heeft hem op dit idee gebracht, vertelt Bulsing. Wilson beschreef meer dan 400 soorten mieren, legde de basis voor de sociobiologie (gericht op de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag) en was een groot pleitbezorger van natuurbescherming. “Hij zei: wil je 80 procent van de biodiversiteit en biomassa beschermen, dan moet je 50 procent van het leefgebied ongemoeid laten.”
Biomassa is alle organismen binnen een biotoop, doceert Bulsing. Biodiversiteit is alle soorten in zo’n gebied. “We zijn nu de biomassa aan het vernietigen, en dat gaat inmiddels ten koste van de biodiversiteit.”
‘Verzameld maaisel is een grafheuvel’
12 procent van het Nederlandse grondoppervlak is natuur. “We zijn de natuur op een hele hoop grond aan het vernielen. Ander bermbeheer, ook door Rijkswaterstaat langs de oevers van de rivieren, kan het natuurareaal flink vergroten. Alleen door dingen te laten en zonder extra middelen. We hebben het pesticidenprobleem niet zomaar opgelost, het mestprobleem, de stikstofcrisis en de waterverontreiniging ook niet. Maar het maaibeheer is te veranderen. Laten we hiermee beginnen. Het kost niks.”
Maai het ene jaar 50 procent en het ongemaaide deel het jaar daarop, zegt Bulsing. Soms laten groenbeheerders maaisel liggen. Goed bedoeld, maar het heeft geen enkel nut, zegt Bulsing. “Nimfen, larven, poppen en eieren zijn nauwelijks of niet mobiel en de waardplanten zijn weggemaaid. Verzameld maaisel is een grafheuvel. Ook in de winter miegelt het van de ongewervelden. Geef ze een kans te overleven.”
“We kunnen dit morgen invoeren. Elk stukje groen behoort tot de natuur. We moeten deze aardkloot leefbaar doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. De aarde zelf overleeft wel, maar de mensheid sterft uit als wij niets doen aan het herstel van de biomassa. Wil je daaraan meewerken door te knoeien aan de bestaansbasis van alle organismen?”