Genotzuchtige Nederlander raakt slaapwandelend achterop in de wereld
Nederlanders zijn een individualistisch en hedonistisch volk geworden, dat weinig offers wil brengen voor het grotere geheel. Van dit kabinet hoeven we niet veel te verwachten, maar welke leiders durven hier doorheen te breken?
Peter Kanne 11 december 2024
Sinds we weten dat Donald Trump de volgende president van de VS is, met een tarievenoorlog en een terugtrekkende geopolitieke beweging in het vooruitzicht, telt Europa zijn knopen. De Amerikanen gaan over lijken, niets zullen ze nalaten om de VS op 1 te zetten. De Europeanen zijn zwakkelingen.
Europa moet dus sterker worden. Economisch, militair. Maar gaat dat lukken met de Europeanen? Of, als we het dichter bij huis houden: zijn Nederlanders hiertoe bereid en in staat?
Weinig ambitieus
Nederlanders zijn niet voorbereid op wat gaat komen. Ze hebben niet de instelling om zich in te zetten voor het collectief. In vergelijking met de rest van de wereld zijn Nederlanders bovenmatig individualistisch en hedonistisch ingesteld. Ze zijn weinig ambitieus. Een prettig leven met een goede balans tussen werk en privé vinden ze belangrijker dan een carrière. Dit blijkt uit het wereldwijde Global Trends-rapport van Ipsos, een onderzoek onder vijftigduizend respondenten in vijftig landen, afgenomen in het eerste kwart van 2024.
In het Global Trends-onderzoek staan Nederlanders in de wereldtop als het gaat om hun neiging tot individualisme en hedonisme. Maar liefst 76 procent onderschrijft de gedachte dat het ‘het belangrijkste is om vandaag van het leven te genieten, morgen zorgt wel voor zichzelf’.
Van Oost tot West, Noord tot Zuid, worstelen burgers met snelle, ongrijpbare veranderingen: technische ontwikkelingen, geopolitieke conflicten, klimaatverandering en immigratie, laat het Global Trends-rapport zien. De onzekerheden en angsten resulteren wereldwijd in een sterke focus op het innerlijke. Jongeren blijken veel meer dan ouderen geneigd te geloven dat het verwerven van (luxe)goederen hen gelukkiger en succesvoller maakt.
Voor Nederlanders geldt dit in nog sterkere mate. Ze zijn bovengemiddeld optimistisch over zichzelf, hun familie en hun eigen stad of dorp. Maar bovengemiddeld pessimistisch over de nabije toekomst van hun land en de wereld. Dit pessimisme is de afgelopen vijf jaar fors toegenomen. En dus trekken Nederlanders zich nog meer dan gemiddeld terug in hun eigen, kleine gelukkige leefwereld.
Sinds 2012 is de Nederlander wereldwijd het meest individualistisch, slechts overtroffen door Zweden, Noorwegen en IJsland. Op de plicht & plezier-dimensie scoorde Nederland meer hedonistisch dan plichtsgetrouw.
Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat de jongste generatie, de millennials, veel hedonistischer is ingesteld dan ouderen. Hedonisme (plezier, een comfortabel leven) is voor hen de belangrijkste waarde. Beduidend lager scoren ze op ‘welwillendheid’, ‘prestatie’ en ‘universalisme’.
Opvoeding
Geen van de vier onderzochte generaties werd in de periode van twaalf jaar minder hedonistisch. Hedonisme is dus over de generaties heen belangrijker geworden. Als verklaring daarvoor wijzen de wetenschappers op de toegenomen welvaart en aandacht voor de opvoeding van kinderen. Het belang dat gehecht wordt aan hedonisme wordt volgens hen bepaald in de vroege volwassenheid en verandert daarna niet meer. Veel Nederlanders – met name jongeren – lijken welvaart te zien als een gegeven.
Ook in hun mediaconsumptie gaan jongeren het onaangename vaker uit de weg. Waar ouderen meer zelf op zoek gaan naar (objectieve) nieuwsmedia, laten jongeren het nieuws tot zich komen,veelal via sociale media. Jongeren hebben minder interesse in conventionele nieuwsitems, zoals politiek en economisch nieuws, dan ouderen. De opstelling van veel jongeren: ‘Het nieuws vindt mij.’ Het Commissariaat van de Media: ‘Als jongeren niet voldoende worden bereikt door de journalistiek (…) komt een belangrijke voorwaarde voor onze democratie – een pluriform medialandschap – onder druk te staan.’ En dit is blijvend: mediaroutines die jongeren nu ontwikkelen, bepalen hun mediagedrag in de toekomst.
Verder zien we afnemende marktaandelen voor de publieke omroep en groei voor commerciële zenders. Een publieke omroep die het bijna volledig moet hebben van amusementsprogramma’s. We zien groei van streamingsdiensten als Netflix en Videoland, een continu gebruik van mobiele telefoons, airpods en koptelefoons (het liefst met noise cancelling) op straat.
Achter de dijken
De Nederlander trekt zich terug in zichzelf en achter de dijken. Zo beschouwt slechts een minderheid van de Nederlanders globalisering als iets goeds voor zichzelf én het land. Terwijl het Nederlandse bbp voor eenderde wordt verdiend met export. In landen als China en India wordt globalisering door ruime meerderheden juist als iets goeds gezien.
Onze luxe, individualistische levensstijl hebben we te danken aan de toegenomen welvaart die handelsland Nederland met zijn open economie heeft opgebouwd. Dat we in vrede leven hebben we te danken aan de internationale organisaties als Navo, EU en VN. Nederlanders zien er echter vooral de lasten van, niet de lusten. We willen niet uit de Navo of EU, maar onderhouden er liefdeloze relaties mee.
Maar dit alles gebeurt wel democratisch. Het kabinet-Schoof wordt door media en experts bekritiseerd om haar naar binnen gekeerde politiek. In grote lijnen is het echter wat een meerderheid van de kiezers wil. Bij de verkiezingen van 2023 koos de Nederlandse kiezer voor deze rechts-conservatieve regering. Kiezers van PVV, VVD, NSC en BBB lieten zich leiden door immigratie en asiel, daarna: woningmarkt, gezondheidszorg, veiligheid, armoedebestrijding. Alleen de VVD-kiezer had oog voor de economie. Het klimaat, onderwijs, de oorlogen speelden nauwelijks een rol. De verkiezingen werden beslist op basis van dichtbij-onderwerpen.
De huidige regering voldoet volledig aan deze behoeften. Op papier tenminste. Voor de grote problemen van deze tijd – de klimaatcrisis, de verpieterende natuur, het woningtekort, de oorlogsdreiging, de achterblijvende economische groei, de zorgelijke fysieke en mentale gesteldheid van grote delen van de bevolking – zijn pijnlijke ingrepen nodig. De coalitiepartijen willen hun achterbannen echter geen pijn doen.
De klimaatdoelen van Parijs worden bijna zeker niet gehaald. Ook op het gebied van klimaat en energie wordt gekozen voor zachte heelmeesters. Minister Sophie Hermans (VVD) verdedigt het terugdraaien van maatregelen met de claim dat ze ‘niet te veel dwang op consumenten en bedrijven’ wil loslaten. VNO-NCW de natuurlijke bondgenoot van de VVD: ‘We verwachten in plaats van een remmende overheid een stimulerende.’
Dovemansoren
Het lijkt gericht aan dovemansoren. Geen van de grotere politieke partijen – niet alleen die in de coalitie – durft de middeninkomens aan te pakken. Terwijl dit wel nodig is. Om Nederlanders voor te bereiden op de nabije toekomst, is een brede en ingrijpende mentaliteitsverandering nodig. Een instelling die gericht is op het toevoegen van waarde aan de gemeenschap.
Daarover zou het publieke debat moeten gaan, maar dat gaat nu vooral over incidenten. Niet over hoe we ons voorbereiden op wezenlijke dreigingen die op ons afkomen. Nederlanders moeten gaan beseffen dat de vlucht in escapisme – feesten, vakantie vieren, eten, gamen, bingen – alleen kan als de welvaart van ons land wordt gehandhaafd. De verdediging tegen vijandige mogendheden betekent meer dan de defensie-uitgaven verhogen. Er kan zich een situatie aandienen dat Nederlanders de wapens moeten oppakken voor hun land, ook iets waar we – vergeleken met andere landen – het minst toe bereid zijn.
Er wordt een andere instelling gevraagd en daarvoor is ook ander beleid nodig. Beleid dat is gericht op het stimuleren van weerbaarheid bij jongeren (zowel fysiek als mentaal). Om de economische strijd met de VS en China niet te verliezen, moet er geïnvesteerd worden. Onze arbeidsproductiviteit moet omhoog.
Maar hier komen we in een cirkelredenering: kiezers kiezen niet voor dit beleid. De vraag is nu: welke leiders – politiek en moreel – staan op om het zelfgenoegzame en veeleisende volk en haar woordvoerders tot de orde te roepen?