Fiets
Het zachte zoeven van mijn zwarte fiets
Wordt ruimschoots overstemd
Door liefdevol gekletter van de regen
Op struiken, bladerdak en op mij hoofd
De dorre smaak van droog en hitte
Verjaagd door een grabbelton van geuren
Het zingt sonates in mijn brein
In tertsen groot en klein
een melodie waarin mijn hectische bestaan
Een dag zichzelf mag zijn.
Illya