De dictatuur van de emoties
We zijn alsmaar meer onze emoties gaan uiten, maar daar worden we niet gelukkiger van, zegt filosoof Ignaas Devisch
Volkskrant. Lodewijk Dros 8 januari 2024
De filosofie heeft millennia het gevoel uitgeschakeld, getracht althans. Emotie was een aandoening, als schurft die met de zwavel van de rede werd bestreden. Volgens u heeft de emotie nu de overhand gekregen.
“Ja, de slinger is doorgeslagen. Waar Plato nog dacht dat je emoties moest uitschakelen om goed te kunnen nadenken, is hier het omgekeerde het geval: de gevoelens worden aan gesprek of debat onttrokken. Ze zijn onwrikbaar geworden, niet meer bespreekbaar, dat houden we elkaar voor.
“Bovendien weten we er niet goed raad mee omdat we ons verplicht voelen, terwijl er geen dictator is die ons verplicht onze emoties te tonen. De normen zijn van ons allen en dus van niemand.”
Emoties staan op een voetstuk. Als ik zeg: ‘Ik ben Lodewijk en ik ben vrouw, dat voel ik zo’, dan hebt u zich daarnaar te voegen.
“Precies, en dat is enerzijds een goede zaak. Maar de keerzijde ervan is dat we ons niet goed meer kunnen verhouden tot anderen. We spreken erover en het gevoel staat telkens voorop zonder dat anderen er nog morele zeggenschap over kunnen hebben.
“Wie zegt: ‘Jij weet niet wat ik voel’ – wat op zich juist is, maar dat als conclusie geponeerd… dan houdt het op. Want dat is een verabsolutering van dat gevoel. De kritische vraag naar de feiten achter die beleving wordt als uiterst ongewenst ervaren.
“De beleefde emoties heten ‘authentiek’. Ze zijn ook immuun voor tegenspraak, want we hebben ons toch bevrijd uit de klauwen van autoriteiten? Wie zal mij nog aanspreken op míjn gevoel?”
Devisch vindt de onaantastbare status die het gevoel heeft verworven, bedenkelijk. “Dat gebeurt met een zelfzekerheid waar elke wetenschapper die gewend is te twijfelen aan zijn of haar ideeën enorm jaloers op is.”
“Die stelligheid verbaast me. Men stelt emotie tegenover de rede. De emotie is absoluter geworden dan welke waarheidsclaim ook. Een gevoel wordt gepresenteerd als een voldongen feit. We hebben het vaak over ‘inclusie’, wel, dit werkt juist exclusief, anderen worden buitengesloten. Want de boodschap is: ik vertel je wel wat ik voel, maar jij hebt niets met mijn gevoel te maken. Of toch: je moet rekening houden met mijn gevoel op mijn voorwaarden.
“Zo vervang je een sociale uitwisseling over gevoelens door een eisenpakket. Dat is dwangmatig en onwerkbaar. In die patstelling zitten we nu. Wat me het meest verontrust is de onmogelijkheid om een gevoel te weerspreken.”
‘De zelfexpressie is in principe grenzeloos’, schrijft Devisch in zijn boek. ‘We voelen ons zoals we ons voelen en daar passen geen maatschappelijke restricties bij. We spreken erover en het gevoel staat telkens voorop zonder dat anderen er nog morele zeggenschap over kunnen hebben.’
Die restricties zijn er wel degelijk. Het feministisch-filosofische tijdschrift ‘Hypatia’ verdedigde transgenders en in het verlengde daarvan het goed recht van ‘transracialen’, zoals een witte vrouw die ‘als zwart wil leven’. Dat ontketende onthutste reacties.
“Dat je mag zeggen wat je wilt en zijn wie je wilt, wordt wel luid gescandeerd, maar klopt dus niet. Die vrijheid is een mythe. Hier ligt een normatief ideaal: de gendergrens mag je over, want die is fluïde, de rasgrens niet. Overschrijdt u die toch, dan dreigt afstraffing.
“We dachten dat we ons in de jaren zestig hadden bevrijd, maar we zijn moraliserender dan ooit – over gedrag, gezondheid, uiterlijk, identiteit – en oordelen in naam van de vrijheid strenger dan welke dorpspastoor ooit deed. Eigenlijk hebben we het moeilijker dan in de jaren zestig: toen wist je wie de normen stelde en kon je er tegenin gaan, maar wie moet je nu aanspreken? Lifestylemagazines? Influencers?”
U wilt een andere omgang met emoties. Hoe ziet die eruit?
“Bied ze niet als conclusies aan, maar als uitgangspunt van sociale relaties. Wat heb ik anders aan de mededeling dat iemand zich voelt zoals die zich voelt, als mij de kans ontnomen wordt om daar een vraag bij te stellen? Dat vind ik het einde van de omgang met elkaar.
“Bovendien: als je gevoelens als conclusies opvat, sluit je jezelf erin op. Gevoelens zijn veranderbaar, door de tijd, door nieuwe ervaringen, doordat anderen er correcties op aanbrengen.”
Om de ernst van zijn betoog kracht bij te zetten, haalt de Gentse hoogleraar de wijsgerige canon erbij. “Laten we in de spiegel van de Griekse tragedies kijken. Die houden ons voor dat we struikelen over onze eigen arrogantie en stelligheid. Met ons idee van bevrijding en de zekerheid waarmee we emoties poneren, graven we onze eigen valkuil.”