Door inzet op ineffectieve oplossingen voor het stikstofprobleem, krijgen veel boeren een buitengewoon onaantrekkelijk en frustrerend toekomstperspectief. Dat moet en kán ook anders, stellen Nederlandse wetenschappers die een aantal adviezen op een rij hebben gezet.
Hens Runhaar Volkskrant 25 februari 2025,
Over de auteur
Hens Runhaar is hoogleraar Beleid en sturing voor duurzame voedselsystemen aan de Universiteit Utrecht en gasthoogleraar aan de Wageningen Universiteit.
Dit opiniestuk wordt onderschreven door 39 wetenschappers in Nederland.
Uiterlijk eind maart presenteert de Ministeriële Commissie Economie & Natuurherstel (MCEN), geleid door premier Dick Schoof, een plan om Nederland uit de stikstofcrisis te halen. Het doel is om Nederland na bijna 6 jaar stikstofcrisis ‘van het slot’ te krijgen zodat er weer gebouwd kan worden.
Maar met de aanpak van stikstof alléén zijn we er niet. De werkelijke crisis is een natuurcrisis: de staat van veel natuurgebieden is slecht, waardoor Nederland niet voldoet aan Europese natuurrichtlijnen. Stikstof is weliswaar een belangrijke reden, maar niet de enige. Andere belangrijke drukfactoren zijn wateronttrekking, watervervuiling en bestrijdingsmiddelen.
De landbouw is hierbij een belangrijke oorzaak – ook voor de watercrisis waar Nederland op af stevent. Nederland zal in 2027 namelijk hoogstwaarschijnlijk niet voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, met opnieuw mogelijk verstrekkende gevolgen.
Snippernatuur
Nu neemt de MCEN zich voor om de stikstofcrisis op te lossen door doelen in de Europese richtlijnen naar beneden bij te stellen en door ‘snippernatuur’ in ons land op te heffen. Het is echter zeer twijfelachtig of de Nederlandse lobby in Brussel om wetgeving aan te passen veel zal opleveren, omdat er dan vier richtlijnen moeten worden versoepeld (de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Nitraatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Natuurherstelverordening), waarvoor een meerderheid van de EU-lidstaten nodig is.
Nederland staat er in Brussel bovendien slecht op, omdat ons land niet voldoet aan de eerste twee richtlijnen. Daardoor loopt er een inbreukprocedure en wordt de zogeheten derogatie (de uitzondering waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden) ingetrokken.
De door de MCEN gekozen aanpak levert dan ook geen oplossing van het werkelijke probleem. De intensieve landbouw zoals we die in Nederland kennen is op de lange duur niet meer overal vol te houden. Naast natuur en water spelen er namelijk ook grote problemen rondom klimaatverandering en bodemdaling in veengebieden. Niet alles kan overal meer, zoals de Commissie Remkes in 2022 schreef. En door de Europese regelgeving zullen Nederlandse boeren ook onvermijdelijk te maken krijgen met strengere eisen rondom mest en bemesting en gewasbeschermingsmiddelen.
Kortom: door in te zetten op ineffectieve oplossingen en geen lange-termijn keuzes over de landbouw te maken, wordt een buitengewoon onaantrekkelijk en frustrerend toekomstperspectief geboden voor veel boeren. Hierdoor blijft bedrijfsbeëindiging door gebrek aan bedrijfsopvolging doorgaan en vinden er onwenselijke ontwikkelingen plaats, zoals verdere intensivering en de omzetting van (permanent) grasland in akkerland, met grote gevolgen voor (onder meer) de waterkwaliteit.
Maar wat moet er dan wél gebeuren om in Nederland ruimte te bieden voor (nieuwe) economische activiteiten en woningbouw?
Sterke functiescheiding
Allereerst: afstappen van de sterke functiescheiding die we in Nederland hebben doorgevoerd, namelijk grondgebruik voor slechts één functie, zoals natuur, landbouw of bebouwing. Vooral in het agrarisch landschap is hierdoor in de afgelopen decennia de biodiversiteit sterk afgenomen, waardoor vroeger algemeen voorkomende plant- en diersoorten nu in speciale natuurgebieden moeten worden beschermd om te voorkomen dat zij definitief verdwijnen.
Tegelijkertijd staan veel (niet alle) boeren er nu economisch gezien niet goed voor en worden velen (niet allen) er financieel alleen beter van als zij hun familiebedrijf en/of grond verkopen. Laten we de strikte functiescheiding in het agrarisch landschap dus vervangen door een multifunctionele benadering: landbouw in combinatie met agrarisch landschaps- en natuurbeheer, schoon water, en koolstofopslag in de bodem, in combinaties die gebiedseigen zijn. Hier zijn al volop voorbeelden van, zoals natuur-inclusieve landbouw, regeneratieve landbouw en gemeenschapslandbouw. Op deze manier wordt de boer de oplossing, in plaats van het probleem.
Daarom geven we de ministeriële commissie geleid door premier Dick Schoof de volgende adviezen mee:
1) Stap af van de eenzijdige en korte-termijnaanpak van stikstof en ontwikkel een lange-termijn perspectief voor de landbouw, waarin alle opgaven samenkomen.
2) Maak ruimtelijke keuzes over welk type landbouw waar kan en leg deze voor de lange termijn vast. Natuur-inclusief rondom de natuurgebieden en op zand- en veengronden waar problemen het grootst zijn. Door een nieuwe planologische functie van ‘landschapsgrond’ in combinatie met vergoeding van afwaardering wordt de boer in staat gesteld over te schakelen naar natuur-inclusief.
3) Ondersteun de multifunctionele landbouw met een nieuw verdienmodel voor boeren, waarbij de overheid boeren langjarig en ruimhartig beloont voor maatschappelijke diensten zoals biodiversiteit, waterkwaliteit en koolstofopslag, in aanvulling op de 500 miljoen euro extra per jaar voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
4) Mogelijkheden om landbouw te combineren met natuur en andere functies zijn overal anders. Kies daarom voor een gebiedsgerichte aanpak, in samenspraak met boeren en andere stakeholders, voor de uitwerking van ruimtelijke plannen.
5) Voer een bedrijfsspecifiek systeem van emissienormen pas in wanneer doelbereik in zicht is én zo’n systeem handhaafbaar is. Dan kan de boer diens ondernemerschap maximaal inzetten.
Hersteld vertrouwen
Weergave
Alleen een langjarig, vol te houden perspectief maakt investeringen van boeren in het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving mogelijk. Daarnaast maakt het ook voor onderwijsinstellingen helder wat de toekomstige boer moet weten en kunnen. Dat draagt bij aan hersteld vertrouwen van boeren en burgers in de overheid.
Zijn dit nu allemaal nieuwe ideeën? Allerminst. Zo sluiten ze bijvoorbeeld nauw aan bij het gezamenlijke plan om uit de stikstofcrisis te komen van Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, LTO Nederland, werkgeversorganisatie VNO-NCW, MKB-Nederland en Bouwend Nederland. Dat plan en andere ideeën waar we op bouwen bieden een solide basis om de economie ‘van het slot’ te halen én bieden een meer lonkend perspectief voor boeren dan strengere milieu- en natuurwetgeving zonder wezenlijk alternatief en het doorschuiven van problemen naar een volgend kabinet.