Conflict Israël – Palestijnen
Al meer dan een eeuw strijden Joden en Arabieren om het land tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan. De oorzaak van het al decennialang durend geweld: de open wond van het onopgeloste conflict tussen Israël en de Palestijnen. Wat zijn de achtergronden?
Sacha Kester24 november 2021, 13:51
Hoe zat het aan het begin van de vorige eeuw?
Op dat moment hoorde het gebied bij het gigantische Ottomaanse rijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) kiest de sultan van dat rijk de kant van Duitsland, de verliezende partij. Na de oorlog wordt het Ottomaanse rijk gereduceerd tot het huidige Turkije, en wordt het grondgebied in het Midden-Oosten verdeeld tussen de winnaars Frankrijk en Groot-Brittannië. Palestina, wat bestaat uit het huidige Israël en de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en het huidige Jordanië, wordt Brits mandaatgebied. Hier wonen op dat moment zowel Palestijnen, als een Joodse minderheid.
Het idee van een Joodse staat, van wie kwam dat?
De Joodse staat was een idee van Theodor Herzl (1860 – 1904), een Oostenrijkse activist en journalist, die als de vader van het zionisme wordt beschouwd. Aan het eind van de negentiende eeuw groeit het antisemitisme in Europa, en in zijn boek Der Judenstaat (1896) schrijft Herzl dat Joden alleen maar veilig zouden kunnen leven in een eigen thuisland. Dat moet volgens hem verrijzen in Palestina, de plek waar de wortels van het jodendom liggen.
Theodor Herzl, stichter van het zionisme en Israël.Beeld AP
Hiermee is het politieke zionisme geboren, en een jaar later sticht Herzl de Zionistische Organisatie. In deze periode migreren er steeds meer Joden naar Palestina (wat op dat moment nog onderdeel is van het Ottomaanse rijk) en kopen zij grond van Palestijnen. Na verloop van tijd beginnen deze echter steeds meer te vrezen voor hun eigen positie, wat in de jaren twintig al leidt tot gewelddadige botsingen.
De brief die de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Arthur James Balfour, in 1917 schreef, was niet langer dan 67 woorden, maar vormt wel de basis voor de oprichting van de staat Israël. Op dat moment zijn de Britten verwikkeld in de Eerste Wereldoorlog, en hopen zij op Joodse steun, zowel financieel als aan het front. In de brief stelt Balfour dat de Britse regering de zionistische beweging steunt in haar streven naar een eigen staat voor het Joodse volk in Palestina.
Als gevolg hiervan vecht een Joods regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog met de Britten mee tegen de Ottomanen. De verklaring wordt in 1920 ook opgenomen in het vredesverdrag dat de geallieerden en het Ottomaanse rijk tekenen.
Veel Arabieren reageren woedend: een jaar eerder hadden de Britten, die ook Arabische steun zochten voor hun strijd tegen de Ottomanen, aan Arabische nationalisten al een Arabisch koninkrijk beloofd.
Wat is de rol van de Verenigde Naties, bij het verdelen van het gebied, geweest?
Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht komt, groeit het aantal Joodse kolonisten in Palestina, en daarmee ook de weerstand van de Palestijnen. In 1914 wonen er ongeveer 80.000 Joden in het gebied, in 1931 zijn dat er 175.000, en in 1947 600.000. Het geweld tussen Palestijnen en Joden onderling, maar ook tegen de Britse bezetter, groeit.
In 1947 dragen de Britten het mandaat van Palestina over aan de Verenigde Naties. Deze stemmen ervoor het gebied te verdelen, en zowel een Joodse als een Arabische staat te stichten. De stad Jeruzalem moet onder internationaal bestuur komen. Het plan wordt geaccepteerd door Joodse leiders, maar verworpen door de Arabieren, en zal nooit worden uitgevoerd.
De Joden laten zich de droom van een eigen land niet afpakken, en als de Britten zich op 14 mei 1948 officieel terugtrekken, roept Israël zichzelf uit tot onafhankelijke staat. De volgende dag vallen Arabische troepen uit Egypte, Irak, Libanon, Syrië en Jordanië het gebied binnen, met als doel Palestina te bevrijden.
Ondanks de enorme overmacht, verliezen de Arabieren deze oorlog. Israël krijgt een veel groter gebied in handen dan hen in het VN-verdelingsplan was toebedeeld, de Gazastrook wordt vanaf dit moment door Egypte bestuurd en de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem door Jordanië. Er komt echter geen vredesverdrag, en de Arabische landen erkennen de staat Israël niet.
Ruim 700 duizend Palestijnen vluchten naar omringende landen, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Dit wordt door hen ‘de catastrofe’, oftewel ‘de nakba’ genoemd. Israël staat deze vluchtelingen, en hun nakomelingen, niet toe om terug te keren naar hun oude huizen, uit vrees dat het land overspoeld wordt. Het gaat inmiddels om ongeveer 6 miljoen mensen.
In 1959 wordt, mede door de Palestijnse Yasser Arafat, de politieke beweging Fatah opgericht, wat ‘de overwinning’ betekent. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO wordt in 1964 opgericht: deze is bedoeld als coördinerende raad van verschillende Palestijnse organisaties, en streeft naar het bevrijden van de Palestijnse staat. Omdat Arafat tot voorzitter van de PLO wordt benoemd, is Fatah de meest dominante factie binnen deze organisatie.
Welke oorlogen zijn er gevoerd?
In 1967 breekt er weer een oorlog uit tussen Israël en de legers van Egypte, Syrië en Jordanië. De oorlog duurt kort, zes dagen, maar verloopt weer desastreus voor de Arabische landen: Israël verovert de Gazastrook en de Sinaï-woestijn op Egypte, de Golanhoogte op Syrië, en de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem op Jordanië.
Volgens de Israëlische premier Ben-Goerion moeten deze gebieden, op Oost-Jeruzalem en de Golanhoogte na, weer worden teruggegeven. Vanaf eind jaren zestig begint Israël echter Joodse nederzettingen in de bezette gebieden te bouwen, met name op de Westelijke Jordaanoever. In deze gebieden wonen nu bijna 600 duizend Israëliërs.
Terwijl Israël op 6 oktober 1973 Grote Verzoendag, of Jom Kippoer viert, voeren Syrië en Egypte een verrassingsaanval uit, in de hoop de gebieden te heroveren die zij in 1967 hebben verloren. Israël weet de aanval zich af te slaan, en er verandert niets aan de bezettingssituatie.
In 1978 sluiten de Israëlische premier Menachem Begin en de Egyptische president Anwar Sadat vrede. Vanaf dat moment erkent Egypte de staat Israël, en Israël geeft de Sinaï-woestijn terug die het tijdens de zesdaagse oorlog heeft veroverd. Het akkoord werd Sadat door andere Arabische landen niet in dank afgenomen. In 1981 werd hij in Caïro tijdens een militaire parade door fundamentalistische militairen doodgeschoten.
Wanneer komt Hamas in beeld en wat is hun doel?
In 1987 wordt Hamas opgericht door sheikh Ahmed Yassin, en het belangrijkste doel van de beweging is om een islamitische staat te stichten in Palestina en de staat Israël te vernietigen, al werd dat standpunt in 2017 afgezwakt. Hamas wijst alle vredesakkoorden met Israël af, en Israël, Europa en de Verenigde Staten beschouwen de beweging als een terroristische organisatie. Sheikh Yassin wordt in 2004 bij een Israëlische raketaanval gedood.
Als er in 2006 Palestijnse verkiezingen worden gehouden, wint Hamas. De beweging probeert een regering van nationale eenheid te vormen met haar grote rivaal, het seculiere Fatah, maar de verdeeldheid onder Palestijnen leidt een jaar later tot een korte, bloedige burgeroorlog. Hierna zal Hamas de Gazastrook blijven besturen, en Fatah de Westelijke Jordaanoever. Sindsdien zijn er geen verkiezingen meer geweest in Palestijns gebied.
Wanneer was de eerste intifada?
In 1987 breekt in de Gazastrook een opstand uit, die al snel overslaat naar de Westelijke Jordaanoever. Het lukt Israël niet om deze intifada (wat Arabisch is voor ‘opschudding’) neer te slaan, en het geweld houdt jarenlang aan. Arme Palestijnse jongeren die met stenen naar het Israëlische leger gooien, worden het symbool van deze opstand. Er komen tussen de 600 en 1.100 Palestijnen om het leven, en in Israël vallen er tussen de 70 en de 160 slachtoffers. De opstand eindigt met het tekenen van de Oslo-akkoorden in 1993.
Wat hielden die Oslo-akkoorden in?
In het geheim hebben er in de Noorse hoofdstad Oslo onderhandelingen plaatsgevonden tussen Israël en de Palestijnen. Het akkoord dat hieruit voortvloeit, wordt op 13 september op het gazon van het Witte Huis, in het bijzijn van de Amerikaanse president Bill Clinton, getekend door de Palestijnse leider Yasser Arafat, en de Israëlische premier Yitschak Rabin. Hiervoor ontvangen zij de Nobelprijs voor de Vrede.
De belangrijkste bepalingen zijn dat Israël de PLO erkent als de wettelijke vertegenwoordiger van het Palestijnse volk, en de PLO onderschrijft dat de staat Israël recht heeft om te bestaan. Het gebruik van terrorisme en geweld wordt door de PLO afgezworen, en er moet een vredesproces op gang komen, dat uiteindelijk zal leiden tot een soevereine Palestijnse staat. Deze zal worden bestuurd door de Palestijnse Autoriteit (PA), waarvan Arafat president wordt. Vooralsnog krijgt de PA een beperkte mate van autonomie over delen van de Palestijnse gebieden.
Over de lastige onderwerpen, zoals Jeruzalem (die beide partijen als hun hoofdstad zien), de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en hun nazaten, de precieze grenzen, en de Israëlische nederzettingen in bezet gebied, zal pas in de slotfase worden gesproken. Het idee is dan nog, dat uiterlijk in 1999 een permanente status moet zijn bereikt.
Rabin wordt echter op 4 november 1995 vermoord door een Joodse extremist, en er worden verschillende Palestijnse aanslagen in Israël gepleegd. De publieke opinie in Israël slaat om, en het vredesproces loopt vast. Pogingen van Bill Clinton om ze in 2000 nieuw leven in te blazen op Camp David mislukken, nadat Arafat boos wegloopt uit deze onderhandelingen.
Hoe ontstond de Tweede Intifadah?
De frustratie onder Palestijnen is groot nu hun verwachtingen over een eigen staat niet worden waargemaakt. Als de Israëlische oppositieleider Ariel Sharon, omringd door honderden veiligheidsagenten, in het najaar van 2000 een bezoek brengt aan de Tempelberg, waar de heilige Al Aqsa-moskee zich bevindt, wordt dat gezien als een provocatie. Er breken gevechten uit in de buurt, en het geweld slaat over naar de bezette gebieden.
Het is het begin van de Tweede Intifadah, die in totaal vijf jaar zal duren. Het is een uiterst bloedige opstand, waarbij veel zelfmoordaanslagen worden gepleegd in Israëlische bussen, op terrassen of in restaurants, en het Israëlische leger hard optreedt tegen Palestijnen. Het vredesproces slaat volledig dood, en Israël concentreert zich vanaf dit moment volledig op zijn eigen veiligheid. ‘Er is niemand waar we mee kunnen praten’, wordt het mantra van Netanyahu, die vanaf 2009 aan de macht is.
Hoe zit dat met de Gazastrook?
In september 2005 draagt Israël de controle over de Gazastrook over aan de Palestijnse Autoriteit. Na de Palestijnse verkiezingen in 2006 breekt er een conflict uit tussen Hamas en Fatah, waaruit de huidige politieke realiteit voortkomt: Hamas bestuurt de Gazastrook, en Fatah de Westelijke Jordaanoever.
Hamas vuurt vanaf de Gazastrook regelmatig raketten af op Israëlisch grondgebied, die voor 95 procent worden tegengehouden door het luchtafweergeschut van Israël. Sinds Hamas de Gazastrook bestuurt, zijn er drie gewapende conflicten met Israël geweest: in 2008, in 2014 en in 2021.
Gaza is een smalle strook land langs de Middellandse Zee, aan de zuidkant van Israël, en de grens met Egypte. Op de 360 vierkante kilometer die Gaza telt, wonen zo’n twee miljoen mensen. Zij kunnen geen kant op vanwege de blokkade die Israël sinds 2007 heeft ingevoerd, om te voorkomen dat Hamas wapens importeert. Langs de grenzen met zowel Israël als Egypte staan betonnen muren en hoge hekken, en de Middellandse Zee biedt ook geen uitweg: Israël laat boten niet dichter dan 3 zeemijlen buiten de kust varen. Gaza heeft geen luchthaven.
Het leven voor de inwoners is zwaar. Meer dan de helft van de mensen is werkloos, en van de jongeren heeft maar liefst 70 procent geen baan. Er komt geen schoon water uit de kraan, er is nauwelijks gezondheidszorg, en de bevolking heeft maximaal vier uur stroom per dag.
Wie zijn de Israëlische Arabieren?
Dit zijn merendeels nazaten van Palestijnen die na 1948 binnen de grenzen van de nieuwe staat Israël bleven wonen. Zij maken ongeveer 20 procent uit van de bevolking, hebben een Israëlisch paspoort, kunnen stemmen en hebben hun eigen politieke partijen.
Veel Israëlische Arabieren hebben het gevoel tweederangsburger te zijn, zeker toen in 2018 een wet werd aangenomen die bepaalt dat Israël ‘het historische thuisland is van het Joodse volk’, en er een einde werd gemaakt aan de gelijkwaardigheid tussen het Arabisch en het Hebreeuws als Israëls talen. Tegelijkertijd vrezen zij de rechten die zij wel hebben (en dat zijn er veel meer dan Palestijnen die in bezet gebied leven) te verliezen. Premier Netanyahu heeft hen meermaals bestempeld tot ‘vijfde colonne’.
Over het algemeen leven de twee gemeenschappen vredig naast elkaar, maar bij de laatste Gaza-oorlog zijn er rellen uitgebroken in de gemengde dorpen en steden. Zoiets was nooit eerder gebeurd.
Hoe kijken Joodse Israëliërs hier tegenaan?
In Israël zijn er veel verschillende meningen. Veiligheid is voor iedereen belangrijk, maar er zijn verschillende ideeën over hoe je die het beste kunt garanderen. Zo zijn er stemmen die Hamas het liefst verpletterd zien worden, en anderen die vrezen het extremisme daarmee juist te voeden. Er zijn mensen die Palestijnen het liefst achter een hoge muur houden, en inwoners die geloven dat dit geen duurzame oplossing kan zijn.
De bevolking, afkomstig uit de hele wereld, is uitermate divers, zowel wat betreft afkomst, als politieke kleur, of beleving van het geloof. In het land wonen kolonisten die vinden dat Israël recht heeft op de hele Westelijke Jordaanoever omdat God hen deze gebieden heeft toegezegd; Palestijnen moeten volgens hen maar in Arabische landen gaan wonen, of zich voegen naar de wil van de Joodse staat.
Er zijn ultra-orthodoxe Joden die zich op geen enkele manier met politiek bemoeien, en ook niets op hebben met ‘de zionisten’, en er zijn linkse activisten die zich hardmaken voor een twee staten-oplossing. Sinds de Tweede intifada heeft het land een flinke ruk naar rechts gemaakt.