Geur
Lange tijd bepaalden geurlaboratoria of een geur lekker of onprettig is. Maar deze resultaten zijn te onbetrouwbaar gebleken. Of een koeienstal of koffiefabriek lekker ruikt is namelijk heel persoonlijk. Volgens deskundigen ontbreekt het aan een goede nationale methode om geuroverlast tegen te gaan.
Hans Nauta Trouw 24 januari 2025
Kopen zonder kijken is al een avontuur, maar kopen zonder ruiken? In het Gelderse dorp Renkum is dat onverstandig. ‘Ben je van plan om in Renkum te komen wonen? Dan raden we aan om zelf te komen ruiken in de buurt van je nieuwe huis’, schrijft de gemeente op de website. ‘Maak een ommetje en snuif de lucht op.’De reden is de papierfabriek die naast de Nederrijn tegen het dorp aan ligt en al een eeuw papier produceert. In 2016 is een tweede machine in gebruik genomen om verpakkingskarton te maken en sindsdien regent het klachten over de stank.
GGD Gelderland-Midden noemt de geurhinder ernstig en onwenselijk voor de gezondheid van de omwonenden. Geurhinder levert stress op en kan gezondheidsklachten veroorzaken zoals hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid. “Hinder zelf is ook een gezondheidseffect. Het zorgt voor boosheid, afkeer en kan een onprettig gevoel geven. Zo vermindert het je gezondheid”, meldt de gemeente.
Het idee dat een geur ook nog eens ongezonde stoffen bevat, kan de hinder verergeren. Maar in Renkum zijn er geen aanwijzingen dat de stoffen, naast de geurhinder, van zichzelf schadelijk zijn voor de gezondheid.
Neuzen reageren heel verschillend op geuren
Hoe ruikt een papierfabriek? “Naar oude schoenen”, zegt geurspecialist Frank te Pas van de Omgevingsdienst Regio Arnhem. Omwonenden hebben het vaak over stank, maar specialisten spreken van geur, omdat de wet dat ook doet. “Geur is subjectief en zorgt voor lastige discussies”, zegt hij. “Een bedrijf kan zeggen dat er niks aan de hand is, terwijl de omgeving het niet te harden vindt.”
Geur ontstaat wanneer kleine moleculaire deeltjes verdampen uit een stof. Bij fabrieken komt die geur vaak uit een schoorsteen en verspreidt zich door de lucht in de woonomgeving. Deze geur is te meten of te berekenen. Maar gemakkelijk is dat niet, legt Te Pas uit. “Vaak ontstaat een typische geur door een samenstelling van stoffen. En onze neuzen reageren heel verschillend op wat er aan geur voorbij komt.”
In geurlabs snuffelen panelleden aan de fabriekslucht
De bewoners van Amsterdam-Noord klagen over kunstmestbedrijf ICL. Tata Steel is in IJmuiden niet alleen te horen en te zien, maar ook te ruiken. In Brabant zorgen mestverwerkers voor overlast. Om zulke geuren te meten is een methode vastgesteld, zegt Te Pas, waarover wel het nodige te doen is.
“Allereerst neem je een hap lucht bij de schoorsteen van de fabriek. Hiervoor gebruik je een grote zak, gemaakt van het geurloze plastic nalofaan. Die gaat naar een van de drie geurlaboratoria in Nederland. Daar wordt de geurzak aan een olfactometer gehangen, een verdunningsapparaat”, legt Te Pas uit.
“Zes panelleden snuffelen aan die lucht. Je biedt een steeds hogere concentratie aan, totdat zij zeggen: nu neem ik die geur waar. Zo stel je de geurconcentratie vast, die wordt uitgedrukt in odour units per kubieke meter.” De panelleden hebben een gemiddelde neus; hierop zijn ze geselecteerd bij een test met een alcoholische stof (t-butanol).
Lekker of niet?
Tot voor kort moest een geurpanel ook bepalen of een geur aangenaam is of juist niet. Maar inmiddels is deze methode ingetrokken door het Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, oftewel NEN. Bij nadere beschouwing bleken de resultaten te onbetrouwbaar. De geurlaboratoria waren betrokken bij dit besluit.
“De verschillen in de resultaten tussen de drie Nederlandse geurlabs waren dermate groot dat je er geen betrouwbare normen op kunt baseren”, zegt Te Pas, die bij NEN in de werkgroep geurmetingen zit. “Als je de geur van een koeienstal in Amsterdam aanbiedt, krijg je andere resultaten dan in Deventer.”
Er wordt gewerkt aan een nieuwe nationale methode die wel voldoet. Dat is ook belangrijk voor het verstrekken van vergunningen en de handhaving. Want gemeenten en provincies moeten niet alleen rekening houden met de concentratie, maar ook met de vraag of een geur aangenaam is. Dat heet de hedonische waarde.
Ook het verse brood van de bakkerij kan voor overlast zorgen
“Mensen accepteren een veel hogere concentratie geur van een bakkerij dan van een varkensstal”, zegt Te Pas. “Ook een lekkere geur kan trouwens onprettig worden als je er de hele dag in zit. Het gaat om frequentie en intensiteit. Als je langs de bakker fietst, denk je, ha, verse broodjes. Maar woon je naast een broodfabriek, dan begin je wel een keer te klagen.” Hetzelfde geldt voor een koffiebrander.
Bedrijven moeten zich volgens de Omgevingswet inspannen om de overlast te minimaliseren. Maar de overheid wil bedrijven ook de kans geven om te produceren. “Die twee belangen moeten ergens bij elkaar komen”, zegt Te Pas.
Nederland is een klein land en je zit snel bij elkaar op de lip. Burgers zijn mondiger geworden en reageren als ze overlast ervaren. Het is goed dat ze aan de bel trekken, zegt Te Pas, want zo zetten ze iets in beweging. “De meetcapaciteit van de omgevingsdiensten is beperkt en veel overheden komen pas in actie als het aantal meldingen oploopt. Laten we toch maar eens gaan meten, zeggen ze dan.”
Gekmakend, voor omwonenden én voor de omgevingsdienst
Omwonenden raken gefrustreerd als er ondanks hun meldingen jarenlang niets verandert. Dat was bijvoorbeeld het geval bij kunstmestfabriek ICL in het havengebied van Amsterdam. Maandag organiseerde debatcentrum De Balie na eigen onderzoek een journalistieke theatervoorstelling – Wat u inademt, heet immissie – over de driehoeksrelatie tussen dit bedrijf, de omgevingsdienst en omwonenden.
Loes, een jonge moeder, is in de buurt komen wonen zonder eerst te ruiken. Ze had niet kunnen vermoeden dat het zo zou stinken naar verbrand rubber, zelfs in de slaapkamer. Aanvankelijk verwacht ze dat haar melding iets gaat veranderen. Maar door het contact met Noortje van de omgevingsdienst leert ze vooral hoe complex de aanpak van geuroverlast is.
In de vergunning van het bedrijf komt het woord geur niet eens voor. Het is gekmakend, zowel voor Loes als voor Noortje. Ook het bedrijf raakt gefrustreerd door al die klagende bewoners van de nieuwbouw. De fabriek zit er al ruim honderd jaar.
Ze begrijpen de frustratie volledig, zeggen gedeputeerde Jeroen Olthof (PvdA) van provincie Noord-Holland en wethouder Reinier van Dantzig (D66) van Amsterdam. Het ontbreekt aan een goede nationale aanpak van geuroverlast, benadrukt Olthof.
Wanneer wordt dit opgelost? Het is de bedoeling dat ICL een strengere vergunning krijgt, maar Olthof kan niet garanderen dat de geuroverlast dan verdwijnt, want in de Amsterdamse haven zitten zware industrie en woningbouw te dicht op elkaar. Van Dantzig vindt dat al die industrie moet verhuizen naar buiten de ring. Ook als dat de gemeente miljoenen gaat kosten aan verhuisbijdrages. “Gezonde zware industrie bestaat niet”, zegt hij.
Kom toch meten in de wijk, zeggen omwonenden tegen Van Dantzig. Dat zou weinig opleveren, zegt hij, omdat er in Amsterdam-Noord veel geurbronnen zijn. Ook is het in Nederland meestal zo dat bedrijven de uitstoot van hun eigen schoorsteen meten. E-noses, de ruikende kastjes die aan lantaarnpalen hangen, kunnen ook niet alles waarnemen.
Snuffelploegen gingen in Renkum op zoek naar geur
“In België en Duitsland wordt er vaker een snuffelploeg ingezet”, zegt Te Pas. “Daarbij gaan gecertificeerde neuzen in de omgeving van een fabriek rondlopen om te ruiken.” Dit is een Europees goedgekeurde methode.
In Renkum, waar de herkomst van de geur vrij duidelijk is, heeft de papierfabriek zulke snuffelploegen ingezet. “In 2021 en in 2024 hebben we hiervoor een gespecialiseerd bedrijf uit België ingeschakeld. Zij komen tienmaal per jaar snuffelen”, zegt woordvoerder Ruben van Haren van Smurfit Kappa Parenco, de eigenaar van de fabriek.
“Verder hebben we de installaties in 2022 getest door een zak lucht naar het laboratorium te brengen. Uit die verschillende onderzoeken blijkt dat onze geur van karakter is veranderd, van een klinische geur naar een papiergeur, en dat de geur bovendien minder ver reikt en minder intens is.”
Waar komt de geur volgens Van Haren vandaan? “Uit de schoorsteen komt stoom, die ontstaat doordat wij papier moeten drogen. De geur is afkomstig uit de papierpulp, die uit water, vezels en zetmeel bestaat. Als die pulp langer in ons proces zit, dan kun je dat ruiken. Zoals je stilstaand water ruikt.”
In Renkum is de situatie de afgelopen jaren niet beter geworden, zegt de gemeente op basis van een gezondheidsenquête van de GGD uit 2022. Parenco betwist dat. Sinds 2017 nam het bedrijf 27 succesvolle maatregelen, zegt Van Haren. Zoals minder chemicaliën, een snellere verversing van het water en het minder vaak stilzetten en opstarten van installaties.
“Wij vinden iedere vorm van overlast die je als industrie naar mensen in de omgeving brengt ongewenst”, zegt Van Haren. “Omdat de eerste huizen op 50 meter afstand liggen, zullen mensen onze fabriek blijven waarnemen. Maar het verminderen van geur, daar blijven we iedere dag mee bezig.”