De waarheid over inkomensverschillen: veel vrouwen omarmen financiële ongelijkheid

Volkskrant. Sander Schimmelpenninck 25 november 2024

Rondom de Amerikaanse presidentsverkiezingen ging veel aandacht naar het toenemende verschil tussen mannen en vrouwen. Ook in Europa groeit deze zogenaamde gender voting gap. Daarmee is het begrip mannelijkheid politiek relevant geworden; echte mannen stemmen (extreem)rechts, zo denken schrikbarend veel jonge mannen.

We hebben het invullen van het mannelijkheids- en vrouwelijkheidsbegrip aan de markt overgelaten en die weet daar wel raad mee. Sociale media staan vol met filmpjes van semi-criminele cryptohandelaren en bodybuilders die preken dat de man het huis koopt en de vrouw er een thuis van maakt. Een man moet domineren, veel geld verdienen, hoe maakt niet uit, en voor zijn vrouw en vele kinderen ‘providen’.

Analyses over dit hyperkapitalistische conservatisme verzanden dikwijls in de aloude nature versus nurture-discussie, waarbij vrouwen vooral het slachtoffer zouden zijn van sociale conditionering, die hen volgzaamheid zou aanpraten, terwijl het gedrag van mannen vanuit de biologie wordt verklaard: wij zijn nu eenmaal bavianen. Ondertussen blijft een veel belangrijker element onderbelicht: de economische realiteit.

De suggestie is dat vrouwen tegenwoordig zó succesvol en mondig zouden zijn, dat mannen daar onzeker en rancuneus van raken, waardoor zij vatbaar worden voor misogyn extreemrechts. Het bewijs voor deze populaire verklaring ontbreekt echter volledig: in economische zin levert de Nederlandse vrouw namelijk nauwelijks.

Vrouwen doen het beter in het onderwijs en verdienen daarom meer dan jonge mannen. Maar al snel schakelen ze in razend tempo een tandje of twee terug, ook zonder kinderen. Naar Europese maatstaven zijn er in Nederland weinig vrouwen die méér verdienen dan hun mannelijke partner; slechts bij 12 procent van de gezinnen verdient de vrouw meer dan de man.

In de Quote 500 staat welgeteld één vrouw die haar eigen vermogen heeft verdiend. En dat is Nina Storms-Brink (71). Over de jongste generatie hoeft men evenmin illusies te koesteren; in 2016 vroeg het CBS aan 12- tot 25-jarige meisjes of ze later fulltime wilden werken als ze een gezin hadden. 3 (!) procent gaf aan dat te willen.

Mannen voelen zich bedreigd door vrouwen die meer verdienen dan zij, hoor je vaak. Maar aan dat punt komt men vaak helemaal niet toe: op het moment dat partners elkaar ontmoeten, en dat is steeds ouder, heeft de vrouw zich dikwijls al in een economisch zwakkere positie gemanoeuvreerd, door deeltijd te werken.

De waarheid is dat vrouwen financiële ongelijkheid omarmen: het ideaal van een partner die nét wat slimmer en ouder is, en behoorlijk wat meer verdient, blijkt hardnekkig. Sterker nog, hoogopgeleide vrouwen vliegen nog liever naar Kopenhagen voor een bakje Deens zaad dan dat zij gaan ‘downdaten’ met een elektricien. Dat moeten ze volledig zelf weten, maar hoe vreemd is het dat jonge mannen de emancipatie wantrouwen, wanneer zij in de praktijk zien dat vrouwen het economische deel van dat gelijkheidsideaal verwerpen?

‘Het probleem met mannen wordt doorgaans voorgesteld als een probleem van mannen’, schreef de Brit Richard Reeves in zijn uitstekende boek Of Boys and Men. Mannen horen vooral wat zij allemaal verkeerd doen, terwijl zij natuurlijk –net als vrouwen – ook maar een product zijn van hun nature en nurture. Natuurlijk zijn er seksistische en rancuneuze mannen. Maar er zijn ook ontzettend veel mannen die er helemaal geen moeite mee hebben wanneer hun partner evenveel of méér verdient. Het gebeurt alleen niet.