‘Onnozele, domme PVV-stemmers’

Volkskrant, Arie Elshout 29 september 2024

Als ik ergens allergisch voor ben, dan is het voor mensen die hooghartig neerkijken op anderen. Het is de gevoeligheid van de sociale stijger. Zij was altijd bij me aanwezig, maar ik onderdrukte haar. Hurry up, vooruit. Dat is de laatste jaren veranderd en dat heeft te maken met het politieke klimaat. Als iemand tegen mij begint af te geven op die ‘onnozele, domme Trump- of PVV-stemmers’, voel ik de ergernis bij me opborrelen.

Niet dat ik iets moet hebben van radicaal-rechts, maar wat me steekt is de suggestie dat die kiezers niet goed bij hun hoofd zijn en eigenlijk minderwaardig. Kijk eerst eens, zeg ik dan, naar de redenen van hun keuze, naar hun grieven, in plaats van a priori hun verstandelijke vermogens in twijfel te trekken.

Het gaat meestal om hoogopgeleiden die zich laatdunkend uitlaten over laagopgeleiden.

Socioloog Quita Muis zei daarover in de Volkskrant interessante dingen. Hoogopgeleiden identificeren zich sterker met de eigen groep en voelen zich al snel moreel verheven boven laagopgeleiden met een andere mening. Ze kunnen over deze mensen ‘echt lullige dingen’ zeggen, aldus Muis, zoals dat sommigen een ‘IQ van een baviaan’ hebben. Dat er zo gedacht wordt, wisten we, maar Muis onderbouwt het met onderzoekgegevens die in Europa verzameld zijn over een periode van ruim 35 jaar.

Persoonlijk contact wil nog weleens helpen. Nicholas Kristof, een linkse columnist van The New York Times, woont op een boerderij in Oregon en heeft onder zijn plattelandsvrienden veel Trump-kiezers. Zoals een vrouw die na een fabriekssluiting werk en woning verloor, verslaafd raakte, vier familieleden zelfmoord zag plegen en zelf ook een keer een geweer tegen haar hoofd zette. ‘Wanneer dan een demagoog als Trump zegt haar pijn te voelen en belooft de fabrieken terug te brengen, veert zij natuurlijk op. Des te meer als zij hoort hoe progressieven (…) haar wegzetten als een deplorabele’, schrijft Kristof. Hij vraagt zijn succesvolle, hoogopgeleide vrienden andersdenkenden uit de arbeidersklasse niet neerbuigend te behandelen.

Natuurlijk, men kan van mening verschillen. Maar het is iets anders als men het in de morele sfeer trekt: jij mag die mening niet hebben, die is fout, jij bent fout. Dat vindt ook Muis. Dan verklaart men zich superieur aan de ander.

Op zich is de tweedeling tussen hoog en laag er altijd geweest. Je zou kunnen zeggen dat we die incompatibilité d’humeur maar moeten accepteren als een natuurlijk, vaststaand gegeven. Dat wordt echter steeds moeilijker. Vroeger vonden arbeiders en andere laagopgeleiden in Europa onderdak bij sociaal- en christendemocraten en in Amerika bij de Democraten. Zij voelden zich vertegenwoordigd. Dat is niet meer zo. De voormalige volkspartijen spreken hun taal niet meer.

Veel van wat arbeiders aangaat, wordt ontkend. Wat zij zien als problemen zijn geen problemen, hun zorgen zijn niet echt maar worden hen aangepraat door populisten. Zelfs hun bestaan wordt ontkend, de arbeider zou iets van het verleden zijn. En als ze toch de brutaliteit hebben om zich te laten gelden, worden ze gebombardeerd met spookbeelden uit een zwart verleden en moreel verdacht gemaakt.

Het duidelijkst is dat op het punt van migratie. Nederland ging tussen 2016 en 2024 van 17 naar 18 miljoen inwoners. Hoofdoorzaak: buitenlandse migratie. De gevolgen van die snelle bevolkingsgroei doen zich sterk voelen in de wijken van laagopgeleiden. Als die niet willen dat er de komende acht jaar nog weer een miljoen mensen bij komen, krijgen ze van hooggeleerde migratie-ontkenners te horen dat er eigenlijk geen probleem is, of dat de voorgestelde maatregelen om controle te krijgen over de toestroom allemaal niet kunnen of immoreel zijn. Uit frustratie gooien laagopgeleiden de kont tegen de krib. In inmiddels een hele reeks Europese landen en Amerika stemmen ze radicaalrechts. En zij zijn niet allemaal slecht of gek of misleid.

Zo is de traditionele tweedeling tussen hoog en laag niet langer een statisch gegeven, iets dat er altijd was en altijd zal blijven en dat we maar moeten accepteren. Zij heeft nu een dynamiek gekregen die leidt tot veel politieke turbulentie en zelfs ontwrichting. Alsof een stille vulkaan tot leven is gewekt en onheilspellend rommelt. Dat schreeuwt om actie. Laat de gevestigde politiek beginnen met een luisterend oor.

Over de auteur
Arie Elshout is journalist en columnist voor de Volkskrant. Eerder was hij correspondent in de VS en Brussel.