Verander de wereld; begin bij je zoon

Trouw, Dieuwertje Mertens 13 september 2024

Dieuwertje Mertens (1983) is schrijver en literair journalist voor Het Parool en Trouw. Haar debuutroman Moeders en heiligen werd genomineerd voor de Anton Wachter Prijs 2024. Ze woont in Utrecht.

De onmogelijke opgave om de wereld te vormen naar jouw ideale model.

Moet je voelen, zegt mijn 11-jarige zoon. Hij rolt de mouwen van zijn T-shirt op en slaat op zijn bovenarmen: keihard. “Ik heb push-ups gedaan”, zegt hij glunderend. “Hoe kom je daarbij?” “Gezien op YouTube”, mompelt hij. “Wat was dat dan voor filmpje?”, vraag ik verontrust. Hij haalt zijn schouders op. Ik denk aan een stuk dat ik in De Groene Amsterdammer heb gelezen, over fitboys die via sociale media kandidaten voor hun extreemrechtse knokploegen ronselen. Zou hij misschien een filmpje van zo’n mannelijkheids-influencer hebben gezien? Hoeveel impact hebben die filmpjes eigenlijk? Of zou hij gewoon naar het fitnesskanaal van een personal trainer hebben gekeken?

“Heb ik ook spierballen?” Zijn zusje van zeven balt haar vuist en trekt een moeilijk gezicht. Haar broer knijpt in haar bovenarm. “Pap”, zegt hij, “maar dat maakt niet uit, want jij bent een meisje.”

“Wat een onzin. Je zus is hartstikke sterk”, begin ik en ik steek mijn vaste riedel af. Die is aan dovemansoren gericht, want ondanks mijn verwoede pogingen om ­gendergelijkheid uit te dragen, woedt er tussen broer en zus een dagelijkse strijd tussen de seksen die met het jaar in hevigheid toeneemt.

Als mijn zoon zijn gedachten over rolverdeling de vrije loop laat, zou je soms denken dat zijn moeder een tradwife is: zo’n vrouw die esthetische reels over het leven als conservatieve huismoeder post op sociale media. Toen ik onlangs zijn bed verschoonde en hem vroeg om me te helpen, zei hij: “Een bed opmaken is vrouwenwerk”. Ook maakt hij opmerken als: “vrouwen kunnen beter koken dan mannen” en “vrouwen kunnen niet ­autorijden”.

Aangezien mijn kinderen hun ouders dezelfde huishoudelijke taken zien verrichten en ze mij ook kasten in elkaar zien zetten, meubelstukken zien sjouwen en onder de motorkap van de auto zien kijken, had ik gehoopt dat mijn zoon er dezelfde progressieve ideeën over genderrollen als zijn ouders op na zou houden. Hoe komt hij aan die ideeën?

‘Ik ben je schatje niet’

Met mijn dochter is het een ander verhaal. “Een geboren feminist”, grap ik weleens tegen vriendinnen. Toen ze een jaar of vier was, stond ik met haar bij de kassa van een bouwmarkt om tiewraps af te rekenen. De kassamedewerker zei: “Dag schatje”. Mijn dochter reageerde: “Ik ben je schatje niet”. Om het stereotype compleet te maken was de kassamedewerker een oude witte man, die het waarschijnlijk allemaal niet slecht bedoelde. Hij antwoordde: “Maar ik vind jou een schatje en je moeder ook”. Mijn dochter: “Mijn moeder heeft een naam en ik vind jou een stomme meneer”. Tot grote hilariteit van de mensen achter ons in de rij stak ze vervolgens haar tong naar hem uit. Ik voelde een mengeling van verbazing, schaamte en ja: ook trots.

Het is misschien wrang om mijn zoon en dochter hier op deze manier met elkaar te vergelijken, maar het verschil tussen die twee baart me ook zorgen. Is er sprake van een ideologische tweespalt in mijn gezin?

#MeToo

Nadat de Amerikaanse actrice Alyssa Milano in oktober 2017 vrouwen aanmoedigde om met de hashtag #MeToo hun ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag te delen, leek zich een culturele revolutie te voltrekken. Seksisme, toxische mannelijkheid en vrijheid van genderexpressie zijn belangrijke onderwerpen geworden in het maatschappelijke debat. Maar helaas is er ook een tegenbeweging op gang gekomen, die van de mannelijkheids-influencers en tradwives. Die gaat hand in hand met de wereldwijde opmars van het rechts-populisme.

Het afgelopen jaar zijn er verschillende grote internationale studies verschenen over de politieke en ideologische voorkeuren van de jongste stemgerechtigden, waaruit blijkt dat generatie Z (15-29 jaar) er steeds conservatievere waarden op na zou houden. Dat geldt vooral voor jongens.

Iedereen wordt een beetje conservatiever

Een studie van Ipsos (2024) liet zien dat jongeren in Groot-Brittannië steeds meer verdeeld zijn als het gaat om onderwerpen als mannelijkheid en gendergelijkheid. En uit Amerikaans onderzoek onder 17- en 18-jarigen bleek dat jongens twee keer zo vaak conservatief zeggen te zijn ten opzichte van meisjes, die overwegend liberaal zeggen te zijn (Monitoring The Future Survey, 2023).

Onderzoeker Quita Muis, werkzaam aan de Universiteit Tilburg, werkte mee aan de European Values Studie, waarin sinds 1981 per decennium wordt gepeild hoe Europeanen uit 36 landen kijken naar religie, politiek en maatschappij. In De Groene Amsterdammer (Rappen over Andrew Tate) reageerde ze in april op twee recente studies: ‘Het verschil tussen mannen en vrouwen wordt ook in Nederland niet per se groter: iedereen wordt een beetje conservatiever’, aldus Muis.

In Ruth Whippmans liberaal-progressieve kringen was gender lange tijd geen issue, schrijft de Amerikaanse in haar boek BoyMom, Reimagining Boyhood in the Age of Impossible Masculinity (2024). ‘Maar dat is alweer even geleden. Voor Trump en Weinstein.’ Als ze eind 2017 voor de derde keer zwanger is van een zoon, reageert haar omgeving met medeleven in plaats van blijdschap.

Mannelijkheid heeft een negatieve bijklank gekregen, merkt Whipmann. Dat komt volgens haar door de ‘incels’ (mannen die ongewild geen seks hebben), door mannelijkheidsgoeroes en influencers, verkrachters, high school shooters, mansplainers, manspreaders (mannen die overal met gespreide benen gaan zitten), seksisten, oversekste kerels, homofoben, corpsballen en mankinderen. Zwarte mannen moeten daarnaast ook nog eens tegen allerlei racistische vooroordelen opboksen. ‘Pogingen om een goede zoon op te voeden, leken ineens een hopeloze taak’, aldus Whippman.

Een moeilijk verbond

Hopeloos wil ik het niet noemen, maar ingewikkeld is het wel. Gelukkig sta ik er niet alleen voor. De vader van mijn zoon heeft net zo’n groot aandeel in zijn opvoeding als ik, en we delen dezelfde idealen. Ik kan echter niet ontkennen dat ons gender en de daaraan verbonden ­ervaringen en maatschappelijke positie anders zijn.

Feminisme en moederschap zijn herhaaldelijk als een moeilijk verbond gezien, merkt de Duitse Shila Behjat, journalist en moeder van twee zonen, op in haar dit jaar verschenen boek Söhne Grossziehen als Feministin (zonen grootbrengen als feminist, red.). Simone de Beauvoir noemde het moederschap een vorm van ‘slavernij’, en de Canadees-Amerikaanse feminist Shulamith Firestone betoogde dat de fysieke gesteldheid van zwangere vrouwen hen op achterstand zet en ongelijkheid in de hand werkt. Behjat vraagt zich af: ‘Waarom is en blijft het patriarchaat de achtergrond waartegen het leven van een vrouw wordt geïnspireerd, zelfs door vrouwen zelf?’

We worden gevormd door de heersende binaire gendernormen. Dat begint al voor de geboorte met de verwachtingen van ouders en de omgeving (‘leuk, een zoon om mee te voetballen!’). Er zijn rompertjes waar ‘stoer’ op staat (en voor meisjes ‘lief’), kinderboeken en -films met jongens die bouwen en winnen, en meisjes die voor hun zieke oma zorgen of gepest worden. En dan is er nog speelgoed: voor jongens Lego Star Wars en voor meisjes Lego Friends.

Genderneutraal speelgoed

‘Bij meisjes ligt de focus op sociale en emotionele relaties en bij jongens op strijd en winnen’ schrijft Whipp­man, die dit verhaal probeert te doorbreken. Ook ik heb mijn kinderen genderneutraal speelgoed aangeboden en een keukentje en poppen aan mijn zoon gegeven, maar hij gaf toch de voorkeur aan Lego Star Wars en een Nerf-pistool. Het is moeilijk opboksen tegen een verhaal dat zo alomtegenwoordig is. Je voedt je kind nu eenmaal niet op in een bubbel.

Hoe ouder mijn zoon wordt, hoe minder invloed ik heb op de verhalen die hij consumeert. Wat hoort hij van zijn klasgenoten, zijn games en zijn online-omgeving? Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik er niet altijd in slaag om echt aandacht en interesse op te brengen voor zijn belevingswereld, die onder meer bestaat uit filmpjes van gamers die onderuitgezakt in hun speciale gamestoel laten zien hoe ze in Fortnite een volgend level halen.

Met welke mannelijke influencers komt bijna elke tienerjongen tegenwoordig, gevraagd of ongevraagd, in aanraking? Vijf grote namen op een rij.

Verwerpelijke ideeën

Toen hij negen jaar was, had hij stiekem TikTok op zijn tablet geïnstalleerd. Die app werd vervolgens onder luid protest van mijn zoon door zijn vader verwijderd. Nu kijkt hij naar ‘shorts’ op YouTube. Ik vraag hem waar hij naar kijkt. Hij somt het op: Stefan de Vries, Mr. Beast, Speed, Kai Cenat en voormalig kickbokser en zelfverklaard vrouwenhater Andrew Tate, die begin dit jaar ­samen met zijn broer werd opgepakt omdat hij werd ­beschuldigd van verkrachting en mensenhandel.

Nu heeft hij huisarrest. Tate is weliswaar van Instagram en Facebook geweerd, maar op X heeft hij 9,9 miljoen volgers en zijn kanaal op YouTube is nog beschikbaar. Ik leg mijn zoon uit dat die man er heel verwerpelijke ideeën over vrouwen op nahoudt. “Maar hij helpt jonge jongens om rijk te worden”, zegt hij.

“Kun je het hem niet gewoon verbieden?”, vraagt een vriendin, terwijl ze haar zoon van vier maanden oud zachtjes op zijn rug klopt tot hij een boertje laat. Ze zucht, want ze snapt ook wel dat het niet zo eenvoudig is. Mijn zoon gaat sinds kort naar de middelbare school. Ik kan niet voorkomen dat hij met dit soort content in aanraking komt. Hij zal moeten leren zich te verhouden tot de (online) wereld. Maar die algoritmes op sociale media zijn genadeloos. Heb je eenmaal Andrew Tate bekeken, dan krijg je nog meer Tate en nog meer aan hem verwante content aangeboden. Hoe bied ik tegenwicht?

De filmpjes die mijn zoon bekijkt, draaien vooral om humor, competities, ‘challenges’ en prestatie: groter, ­beter, sneller, rijker, méér. Het is het oudste verhaal over mannelijkheid van de wereld, en als je het mij vraagt is het een saai verhaal dat geen recht doet aan de complexiteit van de menselijke ervaring. In het AT5-jongeren­programma Nu Zijn Wij Te Zien vertelt een student wat hij aan Andrew Tate ontleent. Hij is vrouwonvriendelijk, maar hij motiveert jonge mannen ook om naar de sportschool te gaan en om zelfvertrouwen te krijgen. “Jongens zijn ook onzeker”, zegt hij. Ze zoeken voorbeelden en die vinden ze op sociale media.

‘Mannen moeten meer mens worden’

‘Mannelijkheid [is] een constructie, een performance, een idee dat we met zijn allen voortdurend vorm, inhoud en betekenis geven. Mannelijkheid op zichzelf is niets’, schrijft emancipator en feminist Jens van Tricht in zijn boek Wat voor man wil jij zijn? Hij vindt dat mannen moeten veranderen om gendergelijkheid te bereiken. Dat is ook in hun eigen belang, want het is vermoeiend om aan al die voorwaarden om een ‘echte man’ te zijn te moeten voldoen. Het maakt ongelukkig. Ze moeten meer mens worden, betoogt Van Tricht.

You cannot be what you cannot see’, schrijft Behjat, die zich als feminist met een Iraanse vader ontzettend bewust is van het belang van representatie. De afgelopen dertig jaar ziet ze steeds meer diversiteit als het gaat om helden. Denk aan de zwarte Disney-prinses Mulan (1998), Marvel-superheld Ice Man (2016) die gay is, en een zwarte vrouwelijke Black Panther als superheld in Black Panther: Wakanda Forever (2022).

‘Ze gaat toch niet weer cupcakes bakken?’

Samen met mijn zoon kijk ik naar de Netflix-serie Atypical over de autistische Sam. Hij wordt bang als hij sociale situaties niet begrijpt en heeft een obsessie met pinguïns, maar hij heeft ook vriendschappen en seksuele gevoelens. In het begin moet mijn zoon vaak lachen om het afwijkende gedrag van Sam, maar als de serie vordert, leeft hij steeds meer met hem mee.

Ik vraag hem: moet een jongen altijd alles durven? Is het erg om anders te zijn? We hebben het ook over de traditionele rolverdeling tussen Sams vader die werkt en zijn moeder die thuisblijft. “Ze gaat nu toch niet weer cupcakes bakken?”, roept mijn zoon verontwaardigd. Het leidt tot een openhartig gesprek over gendernormen. Het is een begin.

Representatie is heel belangrijk, maar ook als er een ander perspectief wordt geboden moeten we kritisch blijven: wordt een oud verhaal niet gewoon in een nieuw jasje herhaald? De structuur van dat traditionele verhaal is: probleem, worsteling, strijd, overwinning. De traditionele mannelijke held vecht met de wereld, de non-­conformistische held vecht met zichzelf. Met zelfacceptatie is het einddoel bereikt; een gesimplificeerde voorstelling van zaken. Is emancipatie niet een leven lang werk? Wat gebeurt er nadat de held zijn overwinning heeft gevierd?

Heldenverhaal

De Amerikaanse schrijver Kiese Laymon worstelde ook met het klassieke verhaal van de man die obstakels overwint. Eigenlijk wilde hij een heldenverhaal schrijven over een zwaarlijvige zwarte man die zich bevrijdt van zijn gewicht en zijn geschiedenis. ‘Ik wilde een leugen schrijven’, schrijft hij in zijn memoir Heavy aan zijn moeder. ‘Ik wilde een Amerikaans verhaal schrijven.’

Hij schrijft uiteindelijk een complexer verhaal waarin hij, ondanks alle inspanningen van zijn moeder, in zijn jeugd de door haar gevreesde clichés van een zwarte man belichaamt (crimineel, arm en ongezond). Maar hij is ook slim, belezen en behulpzaam naar vrouwen. Daarbij is Laymon ook eerlijk over zijn moeder en de klappen die ze uitdeelde, de druk die ze op hem uitoefende. Ook die vuile was had ze liever niet buiten willen hangen.

Hoewel zijn gewicht aan het einde van de memoir bijna is gehalveerd, zijn de problemen niet opgelost. Het blijft hard werken. ‘We hebben effectieve structurele oplossingen nodig voor structurele belemmeringen voor zwarte kinderen in dit land’, schrijft Laymon. ‘(…) Je wilde liever een leugen lezen. Wees niet boos op me, mama.’

Als ik terugkijk, denk ik dat ik de afgelopen jaren meer aandacht heb besteed aan het emanciperen van mijn dochter. Ik heb haar een positieve boodschap over vrouwelijkheid meegegeven (girlpower!) en ik heb mijn zoon vooral verteld wat mannelijkheid níet moet zijn.

Dat is ook onbewust gebeurd. Hoeveel van mijn verhitte gesprekken met vriendinnen heeft hij wel niet opgevangen over mannen die seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben vertoond, de emotionele arbeid waar vrouwen mee zijn belast en toxische mannelijkheid? (Dat is ook beroepsdeformatie, het zijn onderwerpen waarover ik schrijf). In deze verhalen is de man de boosdoener. Als ik een jongen van elf was, zou ik waarschijnlijk ook liever verdwijnen in filmpjes waarin de man de held is en de wedstrijd wint. Dat is een pijnlijke realiteit waartoe ik me moet verhouden.

Queer helden

‘De eerste stap is het benoemen van het probleem’, schrijft Whippman in BoyMom. ‘Ook als het ongemakkelijk is.’ Bijvoorbeeld als de juf haar zoon voor de zoveelste keer vraagt iets zwaars te tillen: ‘Dat is seksistisch’, zegt ze dan tegen de juf. Daarnaast blijft ze haar drie zonen actief andere verhalen aanbieden, met vrouwelijke helden en non-conformistische mannelijke of queer helden.

Behjat klampt zich in Söhne Grossziehen als Feministin vast aan de vanzelfsprekende intimiteit die tussen haar − een ‘Feministin’ − en haar zonen bestaat. Die band is hecht en dat biedt hoop. Wellicht zullen zij in de toekomst een antwoord formuleren. En ik? Ik denk dat een nieuw verhaal begint met een vraag die uitnodigt tot een gesprek en wint bij de kracht van herhaling.

Mijn zoon ligt op de bank te grinniken met zijn iPhone in de hand. Hij is aan het appen met de jongens uit zijn klas. “Wat is er zo grappig?”, vraag ik. Hij laat een gifje van een man zien die met een enorme penis aan het rondzwaaien is. “Gek”, zeg ik en we moeten er samen om lachen. “Mag ik dit opschrijven?”, vraag ik. “Ja hoor”, antwoordt hij.