The curse of the Hippies
*
Begin jaren 70 van de vorige eeuw nemen de Boomers het heft in handen. Althans het geprivilegieerde deel dat een studie volgde. Een “zwijgende” meerderheid van praktisch opgeleiden voelde veelal niet de aandrang om de wereld ingrijpend te veranderen. Er waren genoeg mogelijkheden in onze westerse wereld om je jeugd in te kleuren.
Opvallend aanwezig waren de “studenten”. Aanvankelijk eind jaren 60 luidruchtig als linkse critici van de kapitalistische invloed van met name Amerika. Begin jaren 70 vond er echter een omwenteling plaats. De nieuwe generatie opstandige jongeren vond tot dat moment zijn voedingsbodem in Europa. De muziek uit Engeland. De sterk gepolitiseerde protestbeweging in Duitsland, Frankrijk, Nederland en Italië. Met de bijna revolutie in Frankrijk in 1968 en extreme groepen zoals de Rote Armee Fraktion in Duitsland, de Rode Brigades in Italië en de Rode Jeugd in Nederland. Alles en iedereen leek gericht op het radicaal verbeteren van de wereld. Vanuit Amerika was eind 60er jaren een Amerikaanse versie van de jongerenbeweging de wereld in geslingerd: de Hippie beweging. Met iconische namen als San Francisco en Woodstock. Bloemetjes in het haar, communes ver van de bewoonde wereld, love en piece. Maar vooral sterk individualistisch. Volledig naar binnen gekeerde wereldbeschouwing. Trippend en zichzelf suf blowend fladderden de hippies door de wereld. De onschuldig lijkende leus was: “verbeter de wereld en begin bij jezelf”. Een weldoordachte slogan die een eind moest maken aan de gepolitiseerde wereldverbeteraars uit Europa. Want die radicale politisering had een sterke anti-Amerika stemming op gang gebracht. Steun aan Viet Nam en aan Ho Chi Min. Steun aan Cuba, Che Guevara en Fidel Castro. Steun ook aan China en Mao. En daartussendoor een opkomende communistische beweging gericht op alle bevrijdingsbewegingen en strijd tegen de apartheid.
Amerikaanse machthebbers gruwden van deze steeds sterker wordende linkse beweging. Voor Amerikaanse jongeren was het alleen wat ongemakkelijk dat Engelse popgroepen populairder waren dan de Amerikaanse groepen die nog waren blijven steken in het post-Elvis tijdperk. Geen wonder dat ze een typisch Amerikaanse beweging als de Hippie beweging omarmden. De daarbij behorende popgroepen werden door de Amerikaanse radiostations stukgedraaid en verschenen bovenaan in de wereldwijd toch nog toonaangevende music charts. De hippiebeweging moest vooral in Europa het tegenwicht bieden tegen de grote groepen links-politieke en anti-Amerikaanse jongeren. De jongeren moesten terug in hun hok. Op zoek naar zichzelf zoals dat hoort bij pubers. Mediteren en zweverige leiders volgen. Terug vooral naar the American Dream van individualisme en de droom dat je als individu alles kan bereiken. Verbeter de wereld en begin bij jezelf; vooral niet bij de wereld. De leus werd in de meer gepolitiseerde groepen in Nederland al snel omgekeerd: “verbeter jezelf en begin bij de wereld”. Maar de hippiebeweging had zijn weg al gevreten binnen Europa en toen ook Engelse idolen als de Beatles in Hippiegewaden en met bloemen voor de Maharishi in India stonden werd duidelijk dat links langzaamaan de modder in zou worden gedrukt en het wachten was totdat ook Europa volledig zou veramerikaniseren.
Zowel de gepolitiseerde jongeren als de hippies versmolten min of meer in een smeltkroes van love en peace en anti-establishment. Populair werd het om deel te nemen aan praatgroepen (gevoelens) of discussiegroepen (politiek). De meeste deelnemers aan deze groepen studeerden of hadden een studie afgerond en bijna als vanzelf werden steeds meer (leidinggevende) functies in met name de sectoren onderwijs, zorg, politiek en media, ingevuld door mensen uit deze groepen.
Allen waren zeer bedreven in de discussie. In het benoemen van datgene dat “ondemocratisch”, “niet sociaal””, seksistisch” of “discriminerend” was. Het vinden van een uit te voeren oplossing voor problemen en vooral het aansturen van die uitvoering was niet de sterkste kant van deze “boomers” zoals ze na verloop van tijd genoemd werden. Te vaak vielen ze daarom terug in wat wel hun sterke kant was: praten: liefst voorafgegaan door een “onderzoek” naar de mogelijkheden om tot uitvoering te komen en vervolgens het in een toenemend aantal commissies en andersoortige praatgroepen bediscussiëren van het probleem.
Dit is geen fenomeen van de laatste jaren. Dit is ook niet een nieuw verschijnsel met de naam Woke. Het is wel hardnekkig omdat de “schuldigen” de belangrijke posities bekleden in die sectoren waar de schreeuw om een oplossing het grootst is.