Naar een nieuwe samenleving

De man die in vuistdikke boeken de groeiende ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal aan de kaak stelde, heeft nu een kleine geschiedenis van de gelijkheid geschreven. Gaat het dan toch de goede kant op? Ja, zegt Thomas Piketty, maar niet vanzelf.

Willem Schoonen Trouw, 6 oktober 2022

Het is een dun boek, voor zijn doen. Een dikke driehonderd bladzijden. En ook de boodschap lijkt op het eerste gezicht een andere dan die van de pillen die hij hiervoor schreef. Het jongste boek van de Franse econoom Thomas Piketty is ‘een kleine geschiedenis van gelijkheid’. Een goed geschreven en gedocumenteerd essay, dat historische analyse laat uitmonden in een ­politiek programma.

De moderne geschiedenis is een geschiedenis van groeiende gelijkheid. Ga maar na: slavernij werd afgeschaft, koloniën bevochten hun onafhankelijkheid, en in de westerse wereld dwong de arbeidersbeweging een spreiding van inkomen af, vooral door de opbouw van de verzorgingsstaat.

Spreiding van kennis en vaardigheden

Het verhaal is minder rooskleurig dan deze ene zin. Want bij de afschaffing van de slavernij werden niet de slaven gecompenseerd maar de slavenhouders; die raakten immers hun bezit kwijt. De koloniën betaalden vaak een hoge prijs voor hun vrijheid, eerst aan hun voormalige koloniale machten en tegenwoordig aan de multinationale ondernemingen, die de markt domineren, de vrijhandel die de plaats innam van de koloniale roofeconomie. De inkomensongelijkheid verminderde in de eerste helft van de twintigste eeuw inderdaad, maar vooral doordat er in de westerse landen een middenklasse opkwam; de allerarmsten zijn er nauwelijks op vooruitgegaan. En in de welvaartsstaat wordt vermogen nog altijd veel minder zwaar belast dan inkomen uit arbeid.

Maar de onderliggende beweging in de ­geschiedenis, zegt Piketty, voert naar meer gelijkheid. In eerdere boeken – met name Kapitaal in de 21ste eeuw – heeft Piketty al uit de doeken gedaan wat hiervoor de belangrijkste onderliggende kracht is: de spreiding van kennis en vaardigheden. En hij heeft laten zien wat de belangrijkste tegenkracht is, de kracht die ongelijkheid voedt en die sinds een halve eeuw in onze economieën weer de boventoon voert: het feit dat het rendement op kapitaal structureel hoger ligt dan de groei van het nationaal inkomen. Vermogen groeit harder dan inkomen uit arbeid.

Strijdplan in boekvorm

‘De vaststelling dat de gelijkheid toeneemt, betekent dan ook niet dat de vlag uit kan. Zie het daarentegen als een oproep om op deze stevige basis van historische vooruitgang de strijd voort te zetten’, schrijft Piketty. Dit boek is een plan voor die strijd. De voorgaande boeken van Piketty waren vooral doorwrochte economische geschiedschrijving, met aanzetten voor een politiek die meer gelijkheid kan brengen. Hier is de geschiedschrijving beknopter, anekdotischer, en worden de aanzetten voor een politiek programma juist verder uitgewerkt.

Het programma van Piketty voorziet onder meer in een uitbouw van de welvaartsstaat met een basisinkomen voor iedereen en een basiserfenis, baangarantie, onderwijsgelijkheid, vrije media en eerlijke verkiezingen, progressieve belasting op inkomen, en een mondiale belasting op vermogens.

Die mondiale belasting op vermogen – een bescheiden 2 procent in de hoogste schijf – levert meer dan voldoende op om de huidige schamele en hypocriete ontwikkelingshulp te vervangen en de armste landen werkelijk te laten delen in de economische groei die mede dankzij hen kan worden gerealiseerd. Zo’n belasting vergt vergaande samenwerking van landen, federatievorming, en mondiale besluitvorming over restricties voor het vrij spel dat kapitaal nu heeft.

Waarheen voert de volgende etappe?

Piketty noemt het een programma voor een ‘federaal democratisch socialisme dat tegelijkertijd gedecentraliseerd, participatief, ecologisch en hybride is’. En uit de opsomming van zijn bestanddelen mag duidelijk zijn dat dat er niet vanzelf gaat komen. Maar hoe dan wel?

Hier ligt de grootste vraag die het boek ­nalaat. De historische mars naar gelijkheid die de afgelopen eeuwen is afgelegd, voerde langs slavenopstanden tegen hun bezitters, volksrevoluties tegen de adel, arbeiders­opstanden tegen kapitalisten, en koloniale bevrijdingsoorlogen. Grote sociale bewegingen die een eind maakten aan instituties en structuren die de ongelijkheid in stand hielden. Maar trek je die historische lijnen door, bij wie kom je dan uit voor de volgende etappe in die mars naar gelijkheid?

Het is niet duidelijk. Er staat niet direct een nieuwe grote sociale beweging paraat om de mars naar gelijkheid voort te zetten. Maar Piketty ziet wel twee ontwikkelingen die ingrijpende economische en sociale hervormingen zullen afdwingen: de klimaatcrisis en de botsing van staten en ideologieën.

Voelbare rampen

Je zou hopen dat de bergen van wetenschappelijk bewijs voor de klimaatveranderingen die de mens veroorzaakt voldoende zijn, schrijft hij, maar blijkbaar hebben we nog meer voelbare rampen, zoals overstromingen en droogtes nodig om tot werkelijke verandering te komen. ‘Het verzachten van de effecten van klimaatopwarming en de financiering van de aanpassingsmaatregelen van de zwaarst getroffen landen (vooral die op het zuidelijk halfrond) vergen een transformatie van zowel het totale economische systeem als van de welvaartsherverdeling. En dat ­vereist dan weer de totstandkoming van nieuwe politieke en sociale samenwerkingsverbanden op mondiaal niveau.’

Bij de botsing van staten en ideologieën denkt Piketty vooral aan de groeiende invloed, zo niet dominantie, van China. Deze socialistische markteconomie, die voor een belangrijk deel in handen is van een staat die door de Communistische Partij wordt geleid, heeft zijn zwakheden, maar heeft ook de middelen voor een ambitieuze politiek in binnen- en buitenland. China is een tegenspeler die serieus genomen moet worden, zegt Piketty: ‘Als de grote westerse staten koste wat kost vasthouden aan een achterhaalde hyperkapitalistische ideologie, dan is het zeker niet gezegd dat zij erin zullen ­slagen de toenemende invloed van China te begrenzen’.

Federaal democratisch socialisme

Wat niet helpt is dat het neoliberalisme in veel westerse landen is opgevolgd door een neonationalisme. Een neonationalisme dat alle problemen die er zijn op het conto schrijft van de buitenwereld en van binnendringende vreemdelingen. Die politieke beweging geeft het autoritaire Chinese staatssocialisme de wind in de rug, zegt Piketty. De groeiende macht van China vraagt volgens hem om een heel ander antwoord.

We komen uit een geschiedenis van botsingen tussen verschillende vormen van kapitalisme, en we gaan naar een toekomst met botsingen tussen verschillende vormen van socialisme. Laat dat van ons een federaal, democratisch socialisme zijn, betoogt de Franse econoom. Zo’n federaal democratisch socialisme lijkt misschien ver af te staan van de systemen die we nu hebben, maar ligt in het verlengde van de eerdere historische etappes in de mars naar gelijkheid, aldus Piketty.

null Beeld
Beeld